Communicatie: communicatie is een proces van tweerichtingsverkeer waarbji zender en ontvanger
beiden actief kunnen zijn en van rol kunnen wisselen. Communicatie wordt in deze optiek gezien als
een interactief proces.
Visie op communicatie:
1. One way proces: eenrichtingsverkeer, ontvanger is niet in beeld. Reclame folders
2. Instrumentale visie: communicatie is een instrument om de situatie naar de hand te zetten.
Doel: informatie overdragen en kennis, houding en gedrag van de doelgroep te sturen.
3. De niet eenzijdige visie: interactief proces, tweerichtingsverkeerd. Onderhandelingen
Intentionele communicatie <-> non-intentionele communicatie(zender heeft niet de bedoeling te
communiceren maar de boodschap komt toch over. Gapen
Encoderen: gedachten zender begrijpelijke boodschap
Decoderen: boodschapgedachten ontvanger
Feedback: de reactie van de ontvanger
terugkoppeling: reactie op de feedback
4 aspecten boodschap:
1. Zakelijke aspect, feiten
2. Expressief aspect, gevoel en emotie van de zender in de boodschap
3. Rationele aspect, verhouding zender en ontvanger
4. Appellerend aspect, de boodschap is bedoeld om invloed uit te oefenen op de ontvanger
Ruis
intern: van binnenuit, iemand kan de situatie niet goed onder woorden brengen
extern: van buitenaf, lawaai
Referentiekader: geheel van gewoontes, regel, ervaringen, normen en waarden waarop de
ontvanger zijn denken en handelen baseert.
Omgevingsfactoren en maatschappelijke factoren: invloed po communicatieproces.
- locatie
- cultuur
- tijd
Redundantie niet relevante informatie
functioneel: samenvatting
disfunctioneel: onnodige herhalingen, stopwoorden
^basismodel van communicatie:
Ontvanger is nooit passief, selecteert zelf de informatie die hij wil ontvangen
Verschuiving macht van de ontvanger, boodschap niet interessant? Zappen.
Vocaal/auditief
Non-vocaal/visueel
Verbaal
Het gesproken woord
Het geschreven gedrukte woord
Non-verbaal
Intonatie, pauze
Gebarentaal, lichaamstaal,
beweging
Metacommunicatie: communicatie over communicatie
Communicatiemodaliteiten
1. Informatie, informatie met neutraal karakter
2. Voorlichting, belang van ontvanger staat voorop
3. Public relations, bevorderen begrip doel is het versterken van het imago
4. Reclame: overtuigende informatie, opbouwen sterk merk mbv massamedia
5. Propaganda: overbrengen geloof/politiek, anderen overtuigen
1-------> 5 mate van beïnvloeden
Massacommunicatie= voor iedereen
Interpersoonlijke communicatie=direct contact
toegankelijke communicatie.
Eenrichtingsverkeer
Tweerichtingsverkeer
Weinig invloed
Veel invloed
Groot bereik
Klein bereik
Ontvanger wendt zich makkelijk af
Ontvanger wendt zich moeilijk af
Gedragsverandering moeilijk
Gedragsverandering beter te realiseren
Goedkoop per bereikt persoon
Duur per bereikt persoon
Intrapersoonlijke communicatie: communicatie die iemand met zichzelf voert.
Theorieën van de macht van de massamedia:
1. Injectienaaldtheorie, klakkeloos overnemen, passieve ontvangers
2. Two-step-flowtheorie, opinieleiders als belangrijkste schakel (beïnvloeden volgers)
3. Kennisklooftheorie, kennisarme mensen met weinig info vs. Kennisrijke mensen met steeds
meer informatie
4. Agendasetting theorie, massamedia bepalen niet wat we denken, wel waarover
5. Uses and grafications, broadcasting(grote doelgroep bereiken)->narrowcasting(nieuws dat
past bij mensen hun profiel)
6. Netwerkmodellen, of user generated content, aanbevelingen van vrienden
Communicatie=selectie
selectieve perceptie, ontvanger kiest zelf welk artiekel
selectieve blootstelling, ontvanger kiest zelf welke informatie hem aanstaat
selectieve retentie, niet alle waargenomen informatie wordt opgenomen.
Framing: inkaderen, 1 kant van het verhaal bespreken, bepaalde zaken buiten en bepaalde zaken in
het beeld. Wijze waarop een onderwerp gepresenteerd wordt.
Labeling: inkleuren door naamgeving en woordgebruik.
< 1760 -> ambachtslieden en boeren
1760-1830 -> productie en fabrieken
Eind 19e eeuw - 1935 -> nadruk op productie en
efficiency (Nadruk op productie, geen rekening
gehouden met gezondheid)
1935-1955 besef samenhang motivatie en
productiviteit
1955-heden -> meer oog voor buitenwereld en
toename technologische ontwikkelingen.
En de consument?
Verschuiving van efficiency-> kwaliteit -> flexibiliteit -> innovatie (blijven verassen) ( nu vooral
innovatie, wie bedenkt als eerst iets nieuws)
Vroeger geen last van opstandige medewerkers(eigen personeel) /overheden/ vakbonden etc.
Tegenwoordig wel. De vrijheid is steeds beperkter geworden
Offline online
Relatie staat centraal
medewerkers en organisatie communicatiever maken
Geïntegreerde communicatie, samenspel tussen corporatecommunicatie, interne communicatie en
marketingcommunicatie/ je benadert corporate communicatie marketingcommunicatie en interne
communicatie vanuit één visie en aanpak. Hierdoor worden ze samengesmeed tot één geheel.
accountability, verantwoordelijkheid afnemen en hebben
Accountability in relatie tot communicatie speelt zich meestal af of op drie niveaus:
1. Op organisatieniveau: wat betekent communicatie voor de organisatie?
2. Op afdelingsniveau: de toegevoegde waarde van de afdeling Communicatie.
Document Outline
Corporate communicatie
huisstijl
Specialismen in corporate communicatie
Interne communicatie
Marketingcommunicatie
Marketingcommunicatie-instrumenten
Goed leesbaar uittreksel van dit belangrijk boek voor 1e jaars HBO studenten.