SAMENVATTING GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
INHOUDSOPGAVE
Inhoudstafel ........................................................................... Error! Bookmark not defined.
........................................................................................................... 7
.............................................. 10
................................................................................................... 15
.......................................................................................................................... 16
...................................................................................................................... 21
................................................................................................ 38
......................................................................................................... 42
.................................................................................... 51
................................................................................................................................ 57
............................................................................................................... 58
............................................................................................................. 60
.............................................................. 62
................................................................................................................ 64
.. 75
...................................................................................................... 77
............................................................................................................................. 80
........................................................................................................................ 85
........................................................................................................................ 90
................................................................................................... 94
................................................................................................................. 96
............................................................................................................. 102
............................................................... 106
LES 1: WAT IS GEZONDHEID?
INLEIDING
Artikels:
“Vlaming eet slecht en beweegt te weinig”. In 2015 werden deze doelstellingen door de overheid
opgelegd niet behaald. Ze gingen er erg op achteruit.
“Verlaag de kans op kanker met 30 procent via deze twaalf tips”.
Wij baseren ons op (recente) wetenschappelijke bevindingen.
1.1 WAT IS GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE?
Ψ (psychologie) = het wetenschappelijk onderzoek naar mentale, psychosociale & biologische
processen en gedragsmatig functioneren.
Tools = systematische observatie en zelfrapportage.
Vragenlijsten
Vraaggesprekken of interviews
Psychometrische testen
Via empirische methoden.
Wat is gezondheidspsychologie?
= de studie van gezondheid, ziekte en de gezondheidszorg.
Doel: gedrag omtrent ziekte en gezondheid begrijpen, verklaren en voorspellen zodat
effectieve interventies kunnen worden ontwikkeld om de lichamelijke en emotionele schade
van riskant gedrag en ziekte te kunnen reduceren.
Holistische en psychologische benadering.
Uitgangspunt van de gezondheidspsychologie: het bio psycho sociaal model
Het bio psycho sociaal model is een geïntegreerde benadering voor het in kaart brengen van:
Biologische/fysiologische
Psychologische/gedragsmatige
Sociale/omgevingsfactoren
Deze factoren dragen bij aan gezondheid en ziekte. De gezondheidspsychologie gaat er ook vanuit
dat geest en lichaam elkaar beïnvloeden en dat de belanghebbende factoren in rekening moeten
worden gebracht.
Hoe werden gezondheid en ziekte in de loop van de geschiedenis bekeken?
Vroeger holistische opvattingen over gezondheid waarbij geest en lichaam interacteren. Daarna een
meer dualistischer standpunt waarbij lichaam en geest onafhankelijk van elkaar functioneren.
Tegenwoordig meer een standpunt richting holisme waarbij vraagteken worden geplaatst bij het
medische model door een meer biopsychosociale benadering.
Doel van de gezondheidspsychologie
Het doel is inzicht krijgen in de biopsychosociale factoren.
Om de gezondheid in stand te houden en te verbeteren.
Om de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid te verbeteren.
Om inzicht te krijgen in de factoren voor preventie en behandeling van ziekte.
Om inzicht te krijgen in de risicofactoren en de kwetsbaarheden de oorzaken van ziekte.
Definiëring van de term gezondheidspsychologie:
Ontstaan eind jaren 70 als een toegepaste wetenschap.
Definitie als zelfstandige divisie binnen de American Psychological Association (APA).
Definitie naar Matarazzo (Maes):
“Een velddiscipline van de psychologie die zich richt op de somatische gezondheidszorg en die
een wetenschappelijke en professionele bijdrage levert tot de studie en de begeleiding van
gezondheids- en ziektegedrag en van hulpverlenend gedrag in verband met lichamelijke
gezondheid en ziekte”.
Belangrijke uitgangspunten:
Relatie tussen gedrag en lichamelijke gezondheid en ziekte (vs. geestelijke GZ).
Ziekte en gezondheid wordt niet benaderd vanuit de sfeer van het abnormale,
psychopathologische gedrag (vs. klinische psychologie).
Niet enkel gericht op ziekte-, ook op gezondheidsgedrag (preventie, diagnose en behandeling).
Een zelfstandige deeldiscipline van de psychologie (vs. een medische hulpwetenschap: medische
psychologie).
Gezondheidspsychologie (GP) en andere terreinen:
Ontstaan uit verschillende terreinen binnen de sociale wetenschappen (modellen en theorieën
uit o.a. sociale, klinische en cognitieve psychologie, het behaviorisme).
Gecombineerd met andere wetenschappen (GHwetenschappen, sociale wetenschappen,
geneeskunde) multidisciplinair team.
Verschilpunten met andere disciplines:
1. Medische psychologie:
Gebaseerd op het medisch model ‘normale’ gezondheid herstellen.
Gezondheid en ziekte vanuit biologische basis bekeken (GP: een holistischere benadering).
Medische hulpwetenschap (GP= zelfstandige deeldiscipline).
Geen ruimte voor medisch onverklaarbare aandoeningen. Het is een 1 op 1 relatie waardoor
er minder factoren in kaart worden gebracht. De GP is ruimer.
2. Psychosomatische geneeskunde (huidige):
Houdt zich bezig met gemengde psychologische, sociale en biologische verklaringen van
ziekten.
Ziekten die hier bestudeerd worden, worden vaak ‘psychofysiologisch’ genoemd medisch
onverklaarbare aandoeningen.
Psychologische factoren zijn van invloed op deze ziekten.
3. Gedragsgeneeskunde:
Interdisciplinair gebied.
Maakt gebruik van diverse gedragswetenschappen (psychologie, sociologie, gezondheids-
onderwijs…).
Ontstond ongeveer samen met GP (1970).
Focus op de ontwikkeling en integratie van gedragsmatige en biomedische kennis en
technieken, relevant voor ziekte en gezondheid gedrag= verklaart alles.
Toepassing van behavioristische principes op preventie, behandeling, revalidatie.
Meeste raakvlakken met de GP.
4. Medische sociologie:
Benadert gezondheid en ziekte o.b.v. verschillen in sociale factoren
Hanteert brede benadering van het individu bv. rol van familie, verwantschap, cultuur
Minder gekeken naar biologische en psychologische factoren.
Medische psychologie
Een psychisch probleem is een symptoom van een achterliggend
lichamelijk gebrek. Door het gebrek weg te nemen verdwijnt het
symptoom en kan de patiënt weer gezond worden.
Gedragsgeneeskunde
Ziekte heeft te maken met aangeleerde slechte gewoonten. Gedrag is het
resultaat van een leerproces. Slechte gewoonten moeten worden
afgeleerd en goede gewoonten moeten in de plaats komen.
Psychosomatische
Lichaam en geest hebben beide een invloed op gezondheid en ziekte.
geneeskunde
Vooral als een lichamelijke oorzaak voor een aandoening ontbreekt,
veronderstelt men dat geestelijke processen een rol spelen
Medische sociologie
Gezondheid en ziekte moeten in een breder sociaal perspectief worden
geplaatst. Het gezin, de familie, de woonplaats, de cultuur een
leefsituatie zijn van invloed op de gezondheid.
1.2 VERANDERENDE PERSPECTIEVEN
Wat versta jij onder gezondheid?
Individu, cultuur, leeftijd, sociale klasse…
Een persoonlijke component en een maatschappelijke component.
Verschillende opvattingen leiden tot modellen.
1.2.1 MODELLEN VAN GEZONDHEID
1. Biomedisch ziektemodel:
= de opvatting dat ziekte en symptomen een achterliggende fysiologische verklaring hebben. Een
symptoom van een ziekte heeft een achterliggende oorzaak die via een medische interventie kan
worden genezen.
-
Objectieve feiten.
Directe, causale relatie (oorzakelijk verband).
Geen ruimte voor individuele en culturele factoren.
2. Biopsychosociale ziektemodel:
= het standpuntdat ziekten en symptomen door een combinatie van lichamelijke, sociale,
culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard.
Achterliggende organische oorzaken nadruk op subjectiviteit.
Unieke, individuele reactie.
Het ziektemodel die wij binnen de gezondheidspsychologie hanteren.
1.2.2 GEDRAG EN GEZONDHEID
Van IF naar CZ:
Vroeger waren er veel infectieziekten (bv influenza/griep, de pest, de Spaanse griep…). Nu is er veel
properder water en zijn we in het bezit van goede antibiotica. Daarom zijn we genoodzaakt om
dieper in te gaan op huidige ziektes. We spreken van chronische ziektes (bv chronische longziektes).
Ook krijgen we vaker kanker doordat we steeds ouder worden.
Er is meer aandacht voor psychosociale factoren en gedrag (preventie en behandeling).
Eigen perspectief op gezondheid verandert met de jaren doordat gezondheid in de maatschappij
evolueert en verandert.
Voorbeelden waarom perspectief over gezondheid verandert:
Vroeger werd ziekte meteen aanzien als arbeidsongeschikt of school onbekwaam. Nu heeft
men nog steeds aandacht voor het effect van ziekte op het beroepsmatige. Maar ook voor
het tegenovergestelde heeft men meer aandacht, namelijk het effect van het werk en de
werkomstandigheden op de gezondheid.
Toenemende vergrijzing en bijkomende aandoeningen.
Patiënten worden steeds mondiger.
Meer informatie beschikbaar (‘dokter google’).
Er is niet voor alles een medicijn, op zoek naar alternatieven (bv bachbloesem).
Genoodzaakt om op een andere manier naar gezondheid te kijken.
1.3 PERSPECTIEVEN OP GEZONDHEID
1.3.1 LEKENTHEORIEËN
Onderzoek Bauman:
Hij vroeg aan een groep ernstig zieken en aan een groep gezonden waaraan ze dachten bij het woord
‘gezondheid’. Dit leverde een ander soort antwoorden op.
Ernstig zieken:
Een overwegend gevoel van welzijn
De afwezigheid van symptomen
Handelingen waartoe een persoon in staat is
Gezonden:
Gezondheidsgedrag= gedrag ongeacht de gezondheidstoestand die bedoeld is om de
gezondheid te beschermen, te bevorderen of in stand te houden (bv sporten, gezond eten…).
Onderzoek Krause & Jay:
Gezondheid in functie van de leeftijd:
Bij ouderen vaker gezondheidsproblemen en bij jongeren gezondheidsgedrag.
Afhankelijk van referentiekader, met wie je je vergelijkt (bv met leeftijdsgenoot, iemand ouder…).
Onderzoek ‘Health & Lifestyle’ (n= 9000) door Blaxter:
(Te noteren of je op dit moment ziek bent)
Te denken aan iemand die heel gezond is
Te vermelden aan wie je denkt
Te noteren hoe oud zij zijn
Opdracht
Te overdenken waardoor je hen gezond noemt
Te overdenken hoe het is als jij zelf gezond bent
Verschillende antwoordcategorieën, opvattingen van gezondheid:
Niet ziek = het afwezig zijn van symptomen.
Bezit = familiale erfelijkheid van een goede of slechte gezondheid (bv ik heb een sterk gestel)
Gedrag = het kunnen stellen van gedrag.
Lichamelijk fitheid en vitaliteit (vooral door mannen geantwoord).
Psychosociaal welzijn (trots, goed in vel zitten).
Functie = het kunnen uitvoeren van handelingen, presteren).
Categorieën bevestigen dat gezondheid meer is dan iets zuiver lichamelijks. Het omvat ook het
psychosociale welzijn.
Conclusie subjectieve beoordeling van gezondheid:
Via vergelijking met anderen (welke referentiegroep?)
Leeftijd
Beroep
Betere/slechtere gezondheid….
Dus: gezondheid is een relatieve staat van zijn.
Definitie van WHO (World Health Organization) over gezondheid:
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn en (…) niet alleen als
de afwezigheid van ziekte of invaliditeit (1947).
En NIET: sociaaleconomische en culturele invloeden op gezondheid en ziekte en de beslissingen over
de gezondheid.
De Wereldgezondheidsorganisatie is eNaties met als doel wereldwijde aspecten van de gezondheidszorg in kaart te brengen, activiteiten
op het gebied van de gezondheidszorg te coördineren en de gezondheid van de wereldbevolking te
bevorderen.
1978 WHO algemene strategie voor gezondheid in 2000 beleidsplannen (vertaalt per land)
Duidelijke relatie tussen gedrag, levenswijze en de gezondheid.
Geen expliciete melding gemaakt van de rol van de ‘psyche’ in definitie.
In vele landen: beleidsdocumenten met doelstellingen.
Voorbeeld doelstellingen Vlaanderen (2010):
Terugdringen aantal rokers
Verminderen overmatig alcoholgebruik
Verminderen dodelijke ongelukken (daalt)
Verminderen van infectieziekten
Uitbreiden van gezondheidsscreenings (stijgt) bv grootschalig darmkankeronderzoek
vanaf 2014.
1.3.2 CROSSCULTURELE PERSPECTIEVEN
Reportage Myanmar:
Er heerst een vloek over mensen met een gespleten lip. Van zodra een operatie aan de lip
achter de rug is wordt plots de vloek opgeheven. Ook leven de nonnen daar van het eten
dat ze van de burgers krijgen, in ruil krijgen de burgers een ‘heilzaam’ leven. Met andere woorden
zouden ze van de nonnen als wederdienst een gezond leven krijgen.
Conclusie crossculturele perspectieven:
Een ‘normale gezondheid’ verschilt per cultuur en is afhankelijk van het economische, politieke en
culturele klimaat van het tijdperk.
Voorbeelden crossculturele verschillen:
De geboorte van een kind (bv in Nederland vaker thuis bevallen en snel uit ziekenhuis, in
België een meer gemedicaliseerde bevalling en thuis bevallen is bijna taboe).
Roken straalde vroeger klasse uit, nu wordt het meer gestigmatiseerd.
Opvatting over alcoholverslaving is veranderd van een juridisch naar een moreel probleem.
Een handicap werd in sommige culturen gezien als een straf voor een vroegere zonde in de
familie (negatieve) bovennatuurlijke krachten.
De westerse wereld erkent meer en meer het belang van alternatieve remedies.
Invloed van cultuur op de beleving van gezondheid:
Culturen kennen een collectivistische of een individualistische oriëntatie. Dit beïnvloedt opvattingen
over gezondheid, ziekte en het gedrag van de betrokkenen.
1.3.3 LEVENSDUUR, OUDER WORDEN EN AANNAMEN OVER GEZONDHEID
Het psychologisch welzijn en de sociale en emotionele gezondheid worden beïnvloed door:
Ziekte
Invaliditeit
Ziekenhuisopname
Kijk op gezondheid ook bepaald door de leeftijd.
Ontwikkelingspsychologie: een beschrijving van het ziekteconcept doorheen de diverse
ontwikkelingsfasen.
-
Vanaf 6-7 jaar is er meer besef over gezondheid (bv over kanker).
Concept over gezondheid verandert! Daarom campagnes aanpassen aan de leeftijd.
Ontwikkelingsproces van mensen verloopt in interactie tussen drie factoren:
Leren: permanente verandering van kennis, vaardigheden of vermogen als gevolg van
ervaring
Ervaring: wat we doen, zien, horen, voelen en denken
Rijping: gedachten, gedragingen of lichamelijke groei toegeschreven aan een erfelijk
bepaalde ontwikkeling en aan het ouder worden.
10
Document Outline
Les 1: wat is gezondheid?
Inleiding
1.1 wat is gezondheidspsychologie?
1.2 Veranderende perspectieven
1.2.1 modellen van gezondheid
1.2.2 gedrag en gezondheid
1.3 perspectieven op gezondheid
1.3.1 lekentheorieën
1.3.2 crossculturele perspectieven
1.3.3 levensduur, ouder worden en aannamen over gezondheid
Les 2: verschillen in ziekte en gezondheid
2.1 factoren op ziekte en gezondheid
2.1.1. factor leefwijze
2.1.2. gezondheidsverschillen
2.1.3. factor armoede
2.1.4. factor minderheidsstatus
2.1.5. factor geslacht
2.1.6. Factor werk
2.2 ongezond gedrag
2.3 factoren bij ongezond gedrag
2.3.1 Ongezonde voeding
2.3.2. factor overgewicht
2.3.3. factor alcohol
Les 3: (on)gezond gedrag
3.1. Ongezond gedrag: roken
3.2. ongezond gedrag: onbeschermd seksueel gedrag
3.3. gezond gedrag: gezonde voeding
3.4. gezond gedrag: lichaamsbeweging
3.5. gezond gedrag: medische controles
3.6. vaccinatie
Les 4: modellen voor het voorspellen van gedrag
4.1 invloeden op gezondheidsgedrag
4.1.1 invloed van persoonlijkheidskenmerken
4.1.2. invloed van sociale normen, familie en vrienden
4.1.3. invloed van attitudes
4.1.4. invloed van risicoperceptie en onrealistisch optimisme
4.1.5. invloed van doelstellingen en motivatie voor gedrag
4.5.6. invloed van self efficacy (SE) (= zelfredzaamheid)
4.1.6. invloed van inconsequentie
4.2. modellen voor gezondheidsgedrag
4.2.1. statische modellen
Statisch model: health belief model (HBM)
Statisch model: theory of reasoned action/planned behaviour (TRA/tpb)
4.2.2. dynamische modellen
dynamisch model: stages of change model (socm) of transtheoretisch model
dynamisch model: precaution adoption process (papm) of model voor initiëren van voorzorgsmaatregelen
dynamisch model: health action process approach (hapa) of procesmodel voor gezondheidsactie
Les 5: interventies (individu/populatie)
5.1. individuele aanpak
5.1.1 Screeningsprogramma’s:
1) screeningsprogramma: erfelijkheidsonderzoek
2) screeningsprogramma: vroegtijdige detectie
3) screeningsprogramma: verandering risicogedrag
5.1.2. gefaseerde veranderingsmodellen
5.2. populatiebenadering
5.2.1. mediacampagnes
5.2.2. massamedia
Richtlijnen voor goede massamedia:
Omgevingsinvloeden (op gezond gedrag):
5.2.3. bedrijven/scholen
5.2.4. voorlichting door leeftijdsgenoten
5.2.5. internet
les 6: stress, gezondheid en ziekte
6.1. concepten van stress
6.1.1. stress als stimulus
6.1.2. stress als interactie
primaire en secundaire beoordelingsprocessen van lazarus
6.2. typen stress
6.2.1. stress en het verlies van reserves/hulpmiddelen
6.2.2. acute stress
6.2.3. chronische stress
6.3. stress als fysiologische reactie
Stress als fysiologische reactie in de hersenen:
Het algemeen adaptiesyndroom (GAS= general adaptation syndrome):
6.4. verband stress en ziekte
directe en indirecte routes
enkele problematieken onder de loep
LES 7: BURN-OUT
7.1. kenmerken en symptomen van burn-out
7.2 oorzaken van burn-out
7.3. het proces van burn-out
7.4. interventiemethoden en technieken
7.4.1. Interventies afstemmen op belangrijkste stressoren en (gebrek aan) energiebronnen
7.4.2. interventies in functie van het stadium burn-out
7.4.3. individuele interventies
Les 8: pijn
8.1. pijnbeleving
8.2. biologische modellen
8.2.1. Pijngewaarwording = directe representatie van mate van lichamelijke beschadiging of gewaarwording:
8.3. psychobiologische theorie
8.3.1. gate control
8.3.2. neuromatrix
8.4. mensen leren omgaan met pijn
8.4.1. meten van de pijn
8.4.2. acute pijn
8.4.3. chronische pijn
8.4.4. pijnklinieken
Les 9: CVS/ME
9.1. omschrijving
9.2. epidemiologie
9.2.1. Etiopathogenese van CVS
9.3. diagnostiek= multidisciplinair
9.4. behandeling
9.4.1. referentiecentra
Les 10: slaap
10.1. definitie
10.2. slaaponderzoek
10.3 de verschillende slaapstadia
10.4. de slaapcyclus
10.5 slaap en leeftijd
10.5.1. slaapstoornissen
10.6. slaapmiddelen
10.7. begeleiding
10.7.1. slaapbeperkingen en paradoxale opdrachten
Een hele goede samenvatting, alles wat er in de les gezegd is geweest staat erin en extra uitleg vanuit de handboek..