GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
Inhoudsopgave
1.2.1 MODELLEN VAN GEZONDHEID
1.2.2 GEDRAG EN GEZONDHEID
1.3.1 LEKENTHEORIEËN
1.3.2 CROSSCULTURELE PERSPECTIEVEN
1.3.3 LEVENSDUUR, OUDER WORDEN EN AANNAMEN OVER GEZONDHEID
2.2.1 MAATSCHAPPELIJKE DETERMINANTEN VAN GEZONDHEID
11
2.5.1 FACTOR GESLACHT BEPAALD DOOR:
13
3.3.1 ONGEZONDE VOEDING
16
3.3.2 FACTOR OVERGEWICHT
17
3.3.3 FACTOR ALCOHOL
18
3.3.4 FACTOR ROKEN
20
3.3.5 FACTOR: ONBESCHERMD SEKSUEEL GEDRAG
24
3.4.1 FACTOR: GEZONDE VOEDING
25
3.4.2 FACTOR: LICHAAMSBEWEGING
26
3.4.3 FACTOR: MEDISCHE CONTROLES
27
3.4.4 FACTOR: VACCINATIE
28
4.1.1 INVLOED VAN PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN
30
4.1.2 INVLOED VAN SOCIALE NORMEN, FAMILIE EN VRIENDEN
30
4.1.3 INVLOED VAN ATTITUDES
31
4.1.4 INVLOED VAN RISICOPERCEPTIE EN ONREALISTISCH OPTIMISME
32
4.1.5 INVLOED VAN DOELSTELLINGEN EN MOTIVATIE VOOR GEDRAG
32
4.1.6 INVLOED VAN INCONSEQUENTIE
33
4.2.1 STATISCHE MODELLEN
33
4.2.2 DYNAMISCHE MODELLEN
35
5.1.1 SCREENINGSPROGRAMMA’S:
41
5.1.2 GEFASEERDE VERANDERINGSMODELLEN
43
5.2.1 MEDIACAMPAGNES
45
5.2.2 MASSAMEDIA
45
5.2.3 BEDRIJVEN/SCHOLEN
47
5.2.4 VOORLICHTING DOOR LEEFTIJDSGENOTEN
48
5.2.5 INTERNET
48
6.1.1 STRESS ALS STIMULUS
48
6.1.2 STRESS ALS INTERACTIE
50
6.2.1 STRESS EN HET VERLIES VAN RESERVE / HULPMIDDELEN
52
6.2.2 ACUTE STRESS
53
6.2.3 CHRONISCHE STRESS
54
6.4.1 DIRECTE EN INDIRECTE ROUTES
58
6.4.2 ENKELE PROBLEMATIEKEN ONDER DE LOEP
59
BESCHADIGING OF GEWAARWORDING:
62
7.3.1 GATE CONTROL
64
7.3.2 NEUROMATRIX
66
7.4.1 METEN VAN DE PIJN
67
7.4.2 ACUTE PIJN
68
7.4.3 CHRONISCHE PIJN
69
7.4.4 PIJNKLINIEKEN
71
8.3.1 BELANGRIJKE PREDICTOREN VOOR STRESS
74
8.3.2 CHRONISCHE ZORGSTRESS
74
8.4.1 SOCIAAL WELBEVINDEN: ROLLEN
75
9.2.1 WIE IS EENZAAM?
78
9.3.1 TESTINSTRUMENTEN
80
10.2.1 ETIOPATHOGENESE VAN CVS
83
10.4.1 REFERENTIECENTRA
85
11.5.1 SLAAPSTOORNISSEN
90
11.7.1 SLAAPBEPERKINGEN EN PARADOXALE OPDRACHTEN
93
Wat is gezondheid
Casus: Jonge vrouw / man met probleem en aantonen welke interventies enzo mogelijk zijn
1 Inleiding
Artikels:
• “Vlaming eet slecht en beweegt te weinig”. In 2015 werden deze doelstellingen door de
overheid opgelegd niet behaald. Ze gingen er erg op achteruit.
• “Verlaag de kans op kanker met 30 procent via deze twaalf tips”.
Wij baseren ons op (recente) wetenschappelijke bevindingen.
1.1 Wat is gezondheidspsychologie
Ψ (psychologie) = het wetenschappelijk onderzoek naar mentale, psychosociale &
biologische processen en gedragsmatig functioneren.
Tools = systematische observatie en zelfrapportage.
Via empirische methoden.
o Vragenlijsten
o Vraaggesprekken of interviews
o Psychometrische testen
Uitgangspunt van de gezondheidspsychologie: het bio psycho sociaal model
Het bio psycho sociaal model is een geïntegreerde benadering voor het in kaart brengen van:
o Biologische/fysiologische
o Psychologische/gedragsmatige
o Sociale/omgevingsfactoren
Deze factoren dragen bij aan gezondheid en ziekte. De gezondheidspsychologie gaat er ook vanuit
dat geest en lichaam elkaar beïnvloeden en dat de belanghebbende factoren in rekening moeten
worden gebracht.
Doel van de gezondheidspsychologie
Het doel is inzicht krijgen in de biopsychosociale factoren.
Om de gezondheid in stand te houden en te bevorderen.
Om de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid te verbeteren.
Om inzicht te krijgen in de factoren voor preventie en behandeling van ziekte.
Om inzicht te krijgen in de oorzaken van ziekte.
(risicofactoren en kwetsbaarheden)
Definiëring van de term gezondheidspsychologie:
Ontstaan eind jaren 70 als een toegepaste wetenschap.
Definitie als zelfstandige divisie (geen deelwetenschap) binnen de American Psychological
Association (APA).
Definitie naar Matarazzo (Maes):
“Een velddiscipline van de psychologie die zich richt op de somatische gezondheidszorg en
die een wetenschappelijke en professionele bijdrage levert tot de studie en de begeleiding
van gezondheids- en ziektegedrag en van hulpverlenend gedrag in verband met lichamelijke
gezondheid en ziekte”.
Belangrijke uitgangspunten:
Relatie tussen gedrag en lichamelijke gezondheid en ziekte (vs. geestelijke GZ).
Ziekte en gezondheid wordt niet benaderd vanuit de sfeer van het abnormale,
psychopathologische gedrag (vs. klinische psychologie).
Niet enkel gericht op ziekte-, ook op gezondheidsgedrag (preventie, diagnose en
behandeling).
Een zelfstandige deeldiscipline van de psychologie (vs. een medische hulpwetenschap:
medische
psychologie).
Gezondheidspsychologie (GP) en andere terreinen:
Ontstaan uit verschillende terreinen binnen de sociale wetenschappen (modellen en
theorieën uit o.a. sociale, klinische en cognitieve psychologie, het behaviorisme).
Gecombineerd met andere wetenschappen (GHwetenschappen, sociale wetenschappen,
geneeskunde) multidisciplinair team.
Verschilpunten met andere disciplines:
1. Medische psychologie:
o Gebaseerd op het medisch model ‘normale’ gezondheid herstellen.
o Gezondheid en ziekte vanuit biologische basis bekeken (GP: een holistischere
benadering).
o Medische hulpwetenschap (GP= zelfstandige deeldiscipline).
Geen ruimte voor medisch onverklaarbare aandoeningen. Het is een 1 op 1 relatie waardoor
er minder factoren in kaart worden gebracht. De GP is ruimer.
2. Psychosomatische geneeskunde (huidige):
o Houdt zich bezig met gemengde psychologische, sociale en biologische verklaringen van
ziekten.
o Ziekten die hier bestudeerd worden, worden vaak ‘psychofysiologisch’ genoemd
medisch
onverklaarbare aandoeningen.
Psychologische factoren zijn van invloed op deze ziekten.
3. Gedragsgeneeskunde:
o Interdisciplinair gebied.
o Maakt gebruik van diverse gedragswetenschappen (psychologie, sociologie, gezondheids-
onderwijs...).
o Ontstond ongeveer samen met GP (1970).
o Focus op de ontwikkeling en integratie van gedragsmatige en biomedische kennis en
technieken, relevant voor ziekte en gezondheid gedrag= verklaart alles.
o Toepassing van behavioristische principes op preventie, behandeling, revalidatie.
Meeste raakvlakken met de GP.
4. Medische sociologie:
o Benadert gezondheid en ziekte o.b.v. verschillen in sociale factoren
o Hanteert brede benadering van het individu bv. rol van familie, verwantschap, cultuur
Minder gekeken naar biologische en psychologische factoren.
Medische psychologie
Een psychisch probleem is een symptoom van een achterliggend
lichamelijk gebrek. Door het gebrek weg te nemen verdwijnt het
symptoom en kan de patiënt weer gezond worden.
Gedragsgeneeskunde
Ziekte heeft te maken met aangeleerde slechte gewoonten. Gedrag is
het resultaat van een leerproces. Slechte gewoonten moeten worden
afgeleerd en goede gewoonten moeten in de plaats komen.
Psychosomatische
Lichaam en geest hebben beide een invloed op gezondheid en ziekte.
geneeskunde
Vooral als een lichamelijke oorzaak voor een aandoening ontbreekt,
veronderstelt men dat geestelijke processen een rol spelen
Medische sociologie
Gezondheid en ziekte moeten in een breder sociaal perspectief
worden geplaatst. Het gezin, de familie, de woonplaats, de cultuur een
leefsituatie zijn van invloed op de gezondheid.
1.2 VERANDERENDE PERSPECTIEVEN
Wat versta jij onder gezondheid?
Individu, cultuur, leeftijd, sociale klasse...
Een persoonlijke component en een maatschappelijke component.
Verschillende opvattingen leiden tot modellen.
1.2.1 Modellen van gezondheid
1. Biomedisch ziektemodel:
= de opvatting dat ziekte en symptomen een achterliggende fysiologische verklaring hebben.
Een symptoom van een ziekte heeft een achterliggende oorzaak die via een medische
interventie kan worden genezen.
o Objectieve feiten.
o Directe, causale relatie (oorzakelijk verband).
Geen ruimte voor individuele en culturele factoren.
2. Biopsychosociale ziektemodel:
= het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van lichamelijke, sociale,
culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard.
o Achterliggende organische oorzaken nadruk op subjectiviteit.
o Unieke, individuele reactie.
Het ziektemodel die wij binnen de gezondheidspsychologie hanteren.
1.2.2 Gedrag en gezondheid
Van IF naar CZ:
Vroeger waren er veel infectieziekten (bv influenza/griep, de pest, de Spaanse griep...). Nu is er veel
properder water en zijn we in het bezit van goede antibiotica. Daarom zijn we genoodzaakt om
dieper in te gaan op huidige ziektes. We spreken van chronische ziektes (bv chronische longziektes).
Ook krijgen we vaker kanker doordat we steeds ouder worden. Er is meer aandacht voor psychosociale factoren en gedrag (preventie en behandeling).
Eigen perspectief op gezondheid verandert met de jaren doordat gezondheid in de maatschappij
evolueert en verandert.
Voorbeelden waarom perspectief over gezondheid verandert:
Vroeger werd ziekte meteen aanzien als arbeidsongeschikt of school onbekwaam. Nu heeft
men nog steeds aandacht voor het effect van ziekte op het beroepsmatige. Maar ook voor
het tegenovergestelde heeft men meer aandacht, namelijk het effect van het werk en de
werkomstandigheden op de gezondheid.
• Toenemende vergrijzing en bijkomende aandoeningen.
• Patiënten worden steeds mondiger.
• Meer informatie beschikbaar (‘dokter google’).
• Er is niet voor alles een medicijn, op zoek naar alternatieven (bv bachbloesem).
Genoodzaakt om op een andere manier naar gezondheid te kijken.
1.3 Perspectieven op gezondheid
1.3.1 Lekentheorieën
Onderzoek Bauman:
Hij vroeg aan een groep ernstig zieken en aan een groep gezonden waaraan ze dachten bij het woord
‘gezondheid’. Dit leverde een ander soort antwoorden op.
Ernstig zieken:
o Een overwegend gevoel van welzijn
o De afwezigheid van symptomen
o Handelingen waartoe een persoon in staat is
Gezonden:
Document Outline
1 Inleiding
1.1 Wat is gezondheidspsychologie
1.2 VERANDERENDE PERSPECTIEVEN
1.2.1 Modellen van gezondheid
1.2.2 Gedrag en gezondheid
1.3 Perspectieven op gezondheid
1.3.1 Lekentheorieën
1.3.2 CROSSCULTURELE PERSPECTIEVEN
1.3.3 Levensduur, Ouder worden en aannamen over gezondheid
2 Factoren in ziekte en gezondheid
2.1 Factor leefwijze
2.2 Factor Gezondheidsverschillen
2.2.1 Maatschappelijke determinanten van gezondheid
2.3 Factor Armoede
2.4 Factor minderheidsstatus
2.5 Factor geslacht
2.5.1 Factor geslacht bepaald door:
2.6 Factor werk
3 Ongezond gedrag
3.1 De 7 van Alameda
3.2 WHO top 10 wereldwijde risico’s > 30% sterfgevallen:
3.3 Factoren bij ongezond gedrag
3.3.1 Ongezonde voeding
3.3.2 Factor overgewicht
3.3.3 Factor alcohol
3.3.4 Factor roken
3.3.5 Factor: onbeschermd seksueel gedrag
3.4 Gezond gedrag
3.4.1 Factor: Gezonde voeding
3.4.2 Factor: Lichaamsbeweging
3.4.3 Factor: Medische controles
3.4.4 Factor: Vaccinatie
4 Modellen voor het voorspellen van gedrag
4.1 INVLOEDEN OP GEZONDHEIDSGEDRAG
4.1.1 INVLOED VAN PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN
4.1.2 INVLOED VAN SOCIALE NORMEN, FAMILIE EN VRIENDEN
4.1.3 INVLOED VAN ATTITUDES
4.1.4 INVLOED VAN RISICOPERCEPTIE EN ONREALISTISCH OPTIMISME
4.1.4.1 Onrealistisch optimisme of bias voor optimisme:
4.1.4.2 Onrealistisch optimisme bij risicoperceptie:
4.1.4.3 Vier factoren voor onrealistisch optimisme:
4.1.5 INVLOED VAN DOELSTELLINGEN EN MOTIVATIE VOOR GEDRAG
4.1.5.1 Sociale cognitietheorie (Bandura):
4.1.5.2 INVLOED VAN SELF EFFICACY (SE) (= ZELFREDZAAMHEID)
4.1.6 INVLOED VAN INCONSEQUENTIE
4.2 MODELLEN VOOR GEZONDHEIDSGEDRAG
4.2.1 STATISCHE MODELLEN
4.2.1.1 STATISCH MODEL: HEALTH BELIEF MODEL (HBM)
4.2.1.2 STATISCH MODEL: THEORY OF REASONED ACTION/PLANNED BEHAVIOUR (TRA/TPB)
4.2.2 DYNAMISCHE MODELLEN
4.2.2.1 DYNAMISCH MODEL: STAGES OF CHANGE MODEL (SOCM) OF TRANSTHEORETISCH MODEL
4.2.2.2 DYNAMISCH MODEL: PRECAUTION ADOPTION PROCESS (PAPM) OF MODEL VOOR INITIËREN VAN VOORZORGSMAATREGELEN
4.2.2.3 DYNAMISCH MODEL: HEALTH ACTION PROCESS APPROACH (HAPA) OF PROCESMODEL VOOR GEZONDHEIDSACTIE
5 Interventies (individu / populatie)
5.1 INDIVIDUELE AANPAK
5.1.1 SCREENINGSPROGRAMMA’S:
5.1.1.1 SCREENINGSPROGRAMMA: ERFELIJKHEIDSONDERZOEK
5.1.1.2 SCREENINGSPROGRAMMA: VROEGTIJDIGE DETECTIE
5.1.1.3 SCREENINGSPROGRAMMA: VERANDERING RISICOGEDRAG
5.1.2 GEFASEERDE VERANDERINGSMODELLEN
5.2 POPULATIEBENADERING
5.2.1 MEDIACAMPAGNES
5.2.2 MASSAMEDIA
5.2.2.1 RICHTLIJNEN VOOR GOEDE MASSAMEDIA:
5.2.2.2 OMGEVINGSINVLOEDEN (OP GEZOND GEDRAG):
5.2.3 BEDRIJVEN/SCHOLEN
5.2.4 VOORLICHTING DOOR LEEFTIJDSGENOTEN
5.2.5 INTERNET
6 Stress, gezondheid en ziekte
6.1 Concepten van stress
6.1.1 Stress als stimulus
6.1.2 Stress als interactie
6.1.2.1 PRIMAIRE EN SECUNDAIRE BEOORDELINGSPROCESSEN VAN LAZARUS
6.2 Typen stress
6.2.1 Stress en het verlies van reserve / hulpmiddelen
6.2.2 ACUTE STRESS
6.2.3 CHRONISCHE STRESS
6.3 STRESS ALS FYSIOLOGISCHE REACTIE
6.3.1.1 STRESS ALS FYSIOLOGISCHE REACTIE IN DE HERSENEN:
6.3.1.2 HET ALGEMEEN ADAPTIESYNDROOM (GAS= GENERAL ADAPTATION SYNDROME):
6.4 Verband tussen stress en ziekte
6.4.1 Directe en indirecte routes
6.4.2 Enkele problematieken onder de loep
7 Pijn
7.1 Pijnbeleving
7.2 BIOLOGISCHE MODELLEN
7.2.1 PIJNGEWAARWORDING = DIRECTE REPRESENTATIE VAN MATE VAN LICHAMELIJKE BESCHADIGING OF GEWAARWORDING:
7.3 PSYCHOBIOLOGISCHE THEORIE
7.3.1 GATE CONTROL
7.3.2 NEUROMATRIX
7.4 MENSEN LEREN OMGAAN MET PIJN
7.4.1 METEN VAN DE PIJN
7.4.2 ACUTE PIJN
7.4.3 CHRONISCHE PIJN
7.4.4 PIJNKLINIEKEN
8 Mantelzorg
8.1 Cijfers mantelzorg
8.2 Voordelen van samenwerking
8.3 Mentaal Welbevinden mantelzorger
8.3.1 Belangrijke predictoren voor stress
8.3.2 Chronische zorgstress
8.4 Sociaal Welbevinden
8.4.1 Sociaal welbevinden: rollen
8.5 Fysiek Welbevinden
8.6 Overbelasting en toch…
8.7 Ondersteuning
9 Eenzaamheid
9.1 Sociaal beest & toch eenzaam? Het kan!
9.2 Eenzaamheid in tijd
9.2.1 Wie is eenzaam?
9.3 Hoe herken je eenzaamheid
9.3.1 Testinstrumenten
9.4 Wat doe je aan eenzaamheid
10 CVS / ME
10.1 OMSCHRIJVING
10.2 EPIDEMIOLOGIE
10.2.1 ETIOPATHOGENESE VAN CVS
10.3 DIAGNOSTIEK= MULTIDISCIPLINAIR
10.4 BEHANDELING
10.4.1 REFERENTIECENTRA
11 Slaap
11.1 DEFINITIE
11.2 SLAAPONDERZOEK
11.3 DE VERSCHILLENDE SLAAPSTADIA
11.4 DE SLAAPCYCLUS
11.5 SLAAP EN LEEFTIJD
11.5.1 SLAAPSTOORNISSEN
11.6 Slaapmiddelen
11.7 Begeleiding
11.7.1 SLAAPBEPERKINGEN EN PARADOXALE OPDRACHTEN