<b>COUNSELING: METHODEN EN TECHNIEKEN </b><br/><b>Structurele school van <i>Munichin</i></b><b> </b><br/><b>Oplossingsgerichte technieken </b><br/><b>Wat? </b><br/><b>X</b> Werkt vooral met het <b>proces</b> (= het verloop). Minder inhoud, <br/><b>X</b> <b>‘De kaart is niet het gebied’</b>. Je kan keuzes aanbieden maar cliënt moet zelf kiezen. Aan ons om keuzes/mogelijkheden te tonen. <br/>meer betrekkingsniveau. <br/><b>X</b> <b>Proces van verbalisatie</b> <b>geeft betekenis a/d realiteit</b> = woorden geven betekenis aan onze werkelijkheid. <br/><b>X</b> <b>Enactement</b> = wat zien we op onbewaakt moment? <br/><b>X</b> Reactie op te sterk probleemgerichtheid v/d toen heersende therapeutische modellen (vb: psychoanalyse). <br/><b>X</b> Wat gezegd wordt ≠ wat ze effectief doen. Belang van actie! <br/><b>X</b> Cliënt helpen om zijn <b>steunbronnen</b> te gebruiken. <br/><b>X</b> Problemen bij: <br/><b>SFBT = solution focused brief therapy </b><br/><b>Brugse model </b><br/> ▪ Rigide voorkeurinteractiepatronen OF <br/><b>X</b> Een probleem is geen gegeven realiteit maar een veranderbaar <br/><b>X</b> Analyse maken v/d oplossingen, niet van problemen. <br/> ▪ Gebrek aan structuur daling voorspelbaarheid & veiligheid. <br/>onderwerp, afhankelijk v/d sociale context. <br/><b>X</b> De cliënt is expert! Hij weet beter wat hij kan, wil, … <br/><b>X</b> Verklaringsmodellen v/h gezin d gezinsleden = belangrijk! <br/><b>X</b> Zo kort mogelijk maar zo lang als nodig de cliënt begeleiden. <br/><b>X</b> Resource focused = gericht op hulpbronnen. <br/><b>X</b> Structurele therapeut <b>creëert een nieuwe werkelijkheid</b>. <br/><b>X</b> <b>Algemene uitgangsvragen</b>: <br/><b>X</b> Keuzes maken client staat niet met de rug tegen de muur. <br/><b>X</b> Een structuur is <b>dynamisch</b>, het is een momentopname <br/> ▪ Doel v/d therapie vr/d cliënt? <br/><b>X</b> <b>Axioma’s:</b> <br/><b>X</b> <b>Grenzen</b> = beschrijving v/d regels wie deelneemt a/d interacties <br/> ▪ Zijn de doelen realiseerbaar? Vb SMART-doelstellingen <br/> ▪ Het mandaat (= rol/macht) gekregen v/d cliënt respecteren! <br/>en hoe. Evenwicht tussen verbondenheid en autonomie. <br/> ▪ Wat heeft de cliënt reeds bereikt? <br/> ▪ Geloven dat cliënt zelfhelende capaciteiten heeft. <br/><b>X</b> <b>Alliantie</b>: associatie VS coalitie. <br/> ▪ Welke kleine stappen zijn nodig om richting doel te gaan? <br/> ▪ Oplossingen hebben vaak niet te maken m/h probleem. <br/><b>X</b> <b>Hiërarchie</b>: evenwicht autoriteit ouder en autonomie kind. De <br/> ▪ Hoe dicht bevindt de cliënt zich bij dat doel? <br/> ▪ Keuzes maken bevordert het psychisch welbevinden. <br/>helse driehoek: kind wordt onbewust in conflict ouders betrokken.<b> </b><br/> ▪ Therapeut: bescheiden gids, niet-wetend, luisteren. <br/><b>X Interventieschema: </b><br/><b>Doel </b><br/><b>X</b> De structuur is een verklaringsmodel, een werkhypothese. Doel: <br/><b>X</b> Elk probleem beschikt over uitzonderingen proberen deze <br/> ▪ Interacties binnen het gezin begrijpen EN <br/>uitzonderingen uit te breiden. <br/> ▪ Inspiratie bieden voor therapeutische interventies. <br/><b>X</b> <b>Proces</b>: <br/><b>X</b> Structurele verandering, nieuwe visie induceren ieder <br/> ▪ Assessment van mogelijke oplossingen. <br/>symptoom heeft een functie. <br/> ▪ Talenten & vaardigheden zelf laten ontdekken en aanwenden. <br/><b>X</b> Bereiken van structurele veranderingen die gezin nodig heeft om <br/> ▪ Successen uit het verleden opzoeken en herhalen. <br/>verschillende gezinsfuncties beter uit te voeren, zodat het <br/> ▪ Eigen ideeën v/d cliënt inzetten vr/e oplossing om gewenste <br/>symptoomgedrag zijn functie verliest! <br/> toestand te bekomen. <br/><b>X </b>Inzicht induceren is niet primair. Actie is belangrijk zodat <br/> ▪ Positief formuleren. <br/>symptoomgedrag zijn functie verliest. <br/><b>Methoden & </b><br/><b>X</b> <b>Joinen</b> (= invoegen) – bewuste interventie. <br/><b>X</b> <b>Uitzonderingsvragen</b> <br/><b>technieken </b><br/> ▪ Niveaus van joinen: inhoud, non-verbaal gedrag, <br/><b>X</b> <b>Getalvragen</b> = scalingsquestions nuances aanbrengen, effect <br/> voorkeursinteractiepatronen. <br/>v/d begeleiding evalueren. <br/> ▪ Strategieën: Volgen = tracking, bevestigen = maintenance, <br/><b>X</b> <b>Continueringsvragen</b>. Focus: wat is goed? Hulpbronnen? <br/> Imiteren = mimicry <br/><b>X</b> <b>Mirakelvraag</b>. Toekomstprojectie, visualisatie, gedetailleerd. <br/> ▪ Technische aspecten: belang van zelfkennis v/d HV, non-verbale <b>X</b> <b>Copingvragen</b>: bij mensen die overspoeld worden dr/d veelheid <br/> communicatie hanteren, verbaal joinen, pinpointing door <br/>v/d problematiek. Ondanks problemen zijn ze erin geslaagd om niet <br/> concrete vragen (niet-wetende houding aannemen). <br/>verder af te glijden. Werkt bemoedigend. <br/><b>X</b> <b>Genogram</b> <br/><b>X</b> <b>Positief herkaderen/heretiketteren</b>. Hoe we spreken over <br/> ▪ Betrokkenen v/e bepaald systeem weergeven, aanduidingen <br/>onszelf, heeft invloed op ons voelen. Herdefiniëren pos. beeld <br/> rond subsystemen, hiërarchie & aard v/d communicatie. <br/>inbrengen. <br/> ▪ <b>Probleem of beperking?</b> oplossing denkbaar? <br/> ▪ Schematisch overzicht van verwantschappen, feitelijke <br/><b>X</b> <b>Observatie-opdrachten</b>. Beter zicht krijgen op problemen en <br/> ▫ Probleem kan opgelost worden. <br/> samenstelling v/e gezin & ruimere familie van herkomst. <br/>uitzonderingen. Differentiatie aanbrengen in situaties, reeds <br/> ▫ Beperking: mee leren leven kan je niet oplossen. Erkenning <br/> ▪ Waarom genogram tekenen? <br/>gevonden oplossingen expliciteren, ‘controlegevoel’ terugkrijgen. <br/> geven voor ‘wat je moet doormaken’, ‘ik kan me nauwelijks <br/> ▫ Verkenning v/h probleem & situering i/d ruimere context. <br/><b>X</b> <b>Doe-opdrachten</b> = fundamentele heroriëntering van <br/> voorstellen wat je voelt’… is belangrijk! <br/> ▫ Kwaliteit van relaties inschatten. <br/>probleemgericht naar oplossingsgericht. Vb: deel mirakelvraag <br/> ▪ <b>Is er een hulpvraag?</b> Context creëren waarin hulpvraag mogelijk <br/> ▫ Opsporen van gezonde, constructieve relaties. <br/>waarmaken. <br/> wordt door: joinen, onderhandelen, … <br/> ▫ Vorm van communicatie tss HV en cliëntsysteem. <br/><b>X</b> <b>Tweede & volgende sessie(s):</b> <br/> ▪ <b>Is dit een werkbare vraag?</b> Realistisch, eerder klein doel dat <br/> ▫ Hulpmiddel bij het maken v/e verslag. <br/> ▪ Nagaan of hoop op positieve verandering er nog is. <br/> belangrijk is vr/d cliënt & dat grote inspanning vraagt. Erkenning, <br/> ▫ Voordeel vr/d directheid v/d communicatie tss HV. <br/> ▪ Cruciale vraag: ‘wat gaat er beter, ook al is het maar een klein <br/> ondersteuning, verantwoordelijkheid stimuleren, … Adhv <br/> ▫ Meerzijdig partijdig zijn (<i>Nagy</i>) <br/> beetje?’ of ‘hoe gaat het met je ivg tot de vorige sessie?’ <br/> mirakelvraag, schaal v/d vooruitgang, continueringsvraag. <br/> ▫ Als doel op zich. <br/> ▫ Beter: wat maakt dat het beter gaat? <br/> ▪ <b>Zijn er hulpbronnen</b> vr handen. Indien niet = zoekende relatie. <br/> ▫ Hetzelfde: positief geen verandering in negatieve zin. <br/> Eerder gebruik resources bevragen, extra vaardigheden <br/> ▫ Slechter: details beluisteren, bijzondere aandacht voor elk <br/> aanreiken, advies in vraagvorm aanreiken, … <br/> positief aspect. <br/> ▪ <b>Werkbare hulpvraag + hulpbronnen =</b> positie cliënt van co- <br/> expert. Cliënt helpen oplossingen toepassen, complimenteren. <br/><b>Psychodrama </b><br/><b>Online hulpverlening </b><br/><b>Wat? </b><br/><b>X</b> <b>Actiegerichte techniek </b>‘realiseert authentieke relatie m/d therapeut, binnen persoonlijk doorleefde <br/>hier-en-nu situatie een integratie van emoties, cognities, spreken én handelen. <br/><b>X</b> Mens kan zich bevrijden van beperkende rollen. Via acteren tot zelfactualisatie komen. <br/><b>X Experiëntiëel </b>(= ervaringsgericht). Echt ervaren en beleven. <br/><b>X</b> Alles kan en alles mag. <br/><b>X</b> <b>Subjectieve constructies</b> = uitgangspunt. Ik-mij reflectie. <br/><i>Hoofdvraag </i><br/><i>Zelfconstructie </i><br/>Wie ben ik? <br/>Zelf-beeld <br/>Wie zou ik willen zijn? <br/>Ideaal-zelf <br/>Hoe zijn anderen? <br/>Alter-beeld <br/>Hoe zouden anderen moeten zijn? <br/>Ideaal-alter <br/>Welk beeld hebben anderen van mij? <br/>Meta-zelf <br/>Welk beeld zouden anderen van mij moeten hebben? <br/>Ideaal-meta-zelf <br/> ▪ Reëel VS ideaal beeld <br/> ▪ Toepassen op verleden, heden en toekomst. <br/> ▪ Intern beeld (denken, voelen) VS extern beeld (handelen) over jezelf en anderen. <br/><b>Doel </b><br/><b>X</b> Doorbreken verstarde percepties over zichzelf en significante anderen. Start voor <br/>persoonsontwikkelingsproces. <br/><b>X</b> Meer adequate constructies ontdekken en ontwikkelen. Empathisch vermogen stimuleren. <br/><b>X</b> Positieve zelfwaardering. Zelfbeeld stimuleren. <br/><b>X</b> Maximale zelfactualisering door inzicht, overzicht, reflectie. <br/><b>X </b>tegenstellings- en crisiservaring als motiverende kracht. Stimulering van weerbaarheid en controle. <br/><b>Methoden & </b><br/><b>X</b> <b>Tweestoelendialoog</b>: <br/>Categorisatie volgens technische aspecten, theoretische onderbouwing, ondersteuning door <br/><b>technieken </b><br/> ▪ Bij intrapsychische conflicten = conflict in je eigen persoon. <br/>hulpverleners (met of zonder HV (artificieel), synchroon of asynchroon), toepassingsgebied. <br/> ▪ Elke stoel symboliseert een (min of meer tegengesteld) deel v/d persoon. Vb: introvert/extravert. <br/><b>X</b> Passieve hulpverlening via google, applicaties, … over allerlei thema’s. <br/> ▪ Dialoog tss tegengestelde delen onderling & m/h gehele ‘ik’. Hiervoor eventueel 3e stoel <br/><b>X</b> Informeren belang v/e goede bron!! <br/> bijnemen. belang integratie ‘ik’! <br/><b>X</b> Communiceren & faciliteren (= vergemakkelijken). Vb: bellen, mailen, chatten, videocall, forum, FAQ, <br/><b>X</b> <b>Lege stoelendialoog</b> <br/>E-spreekuur, contactkanalen (vb: awel), … <br/> ▪ Bij unfinished business met significante ander. <br/><b>X</b> Sociale media: brengt sociale kaart goed in beeld, niet goed voor echte hulpverlening. <br/> ▪ Cliënt gaat afwisselend op de lege stoel (= ander) d eigen stoel zitten. Praat dus afwisselend <br/><b>X</b> Ondersteunen, zelftest, zelfhulp en/of online begeleiding, online hulp, app, … <br/> vanuit zichzelf & vanuit de ander. ‘Ont-rollen’ om af te ronden. <br/><b>X</b> Serious games <br/> ▪ Gevoelens exploreren en verwerken. <br/> ▪ Gamification: speltechnieken, karakters, feedbackaspecten + ernstig doel (educatief of naar <br/><b>X</b> <b>Puppets Kit</b>. Vanaf 3-6 jaar. Voorkeur individuele sessie (45’). De wondere wereld. Belang <br/> specifieke handeling toewerken). <br/>poortwachter: beslist wie binnen mag om loyaliteitscomplex te vermijden! <br/> ▪ Moving stories: psychologische problemen herkennen bij zichzelf en anderen zodat snel hulp <br/><b>X Rollen</b>: director (HV), protagonist (client), antagonist (groepslid of ding), groep, co-director. <br/> ingeschakeld kan worden goede effecten op lange termijn. <br/><b>X</b> <b>Structuur</b>: opwarming (oefening - ijsbreker), actiefase (info probleemsituatie, stoelen inspreken, actie, <br/> ▪ Treasure hunt: 6 sessies CGT. Beschikbaar via mail als je meldt dat je HV bent. <br/>afronden en ontrollen), sharing (mededeling vanuit rol, ondersteunende feedback, beleving). <br/><b>X</b> Onlinehulptools. Vb: dagboeken op maat. Transfer hulpverleningsgesprekken in real life. <br/><b>X</b> <b>Actietechnieken</b>: <br/><b>X</b> Onlinehulpplatforms: online toepassingen in één platform. Op maat cliënt instellen – modules. <br/> ▪ Inspreken van rollen: eerst zichzelf, dan anderen. Ik ben, leeftijd, beroep, talenten, niet goed in, … <br/><b>X</b> Wearables: feedback over bepaalde lichamelijke reacties. Bevraagt je wat er gebeurde en of je ‘terecht’ <br/> ▪ Dubbelen + checken: groepslid of (co-)director gaat plaatsvervangend i/e rol luidop reflecteren. <br/>reageerde. Vb: fitbit. <br/> ▪ Spiegelen: iemand anders bootst protagonist na terwijl die op afstand kijkt naar zichzelf. <br/><b>X</b> Carewear. Vb: hartcoherentie Bluetooth hartslagmeter + app. <br/> ▪ Rolwissel: protagonist kijkt door de ogen van de ander naar zichzelf. <br/><b>X</b> Virtual reality: in vivo exposure blended solution: app + therapie. <br/> ▪ Soliloqui/alleenspraak: luidop gedachten en gevoelens reflecteren zonder antwoord te <br/><b>X</b> Augmented reality: op een realistische manier virtuele elementen aan beelden toevoegen. Vb: psycho-<br/> verwachten. Protagonist kan ventileren. Letterlijk afstand nemen van stoelen. <br/>educatie over psychose, om fobieën te overwinnen, … <br/><b>X</b> <b>Psychodramavormen</b>/<b>vignetten</b> <br/><b>X</b> Blended care. Vb: https://www.pluform.com/demo-zorg/ <br/> ▪ Situatiespelen. Vb: situatie, conflict, herinnering, … <br/><b>X</b> E-learning. Vb: suïcidepreventie-reflex <br/> ▪ Sociaal atoom = actiesociogram. Vb: gezin, vrienden, … Achteraf reëel & ideaalbeeld bespreken. <br/> ▪ Intern atoom: intrapsychisch conflict. Eigenschappen ‘amputeren’ is onmogelijk, proberen <br/> verkleinen of verder van je ‘ik’ zetten is wel mogelijk. <br/> ▪ Speciale scenario’s: levende kamer, dilemma, magic shop, tijdslijn op grond uitzetten. <br/>