Supply Chain Management

kort de belangrijkste dingen samengevat aan de hand van tabbellen en modellen

Preview document (3 of 23 pages)

Samenvatting Supply Chain Management
Een keten moet waarde toevoegen. Een keten geeft verschillende partijen weer; de actoren in de
supply chain. Een keten heeft minimaal drie schakels: leverancier, onderneming en klant. Vaak zijn er
meerdere leveranciers, fabrikanten, retailers en consumenten in een keten. Ultiem: alles omvattend.
1. Oerproducenten: produceert grondstoffen
2. Toeleverancier: produceert halffabricaten
3. Fabrikant: produceert eindproducten = Original Equipment Manufactures (OEM)
4. Groothandelaren: inkopen en weer doorverkopen
5. Detaillisten: één na laatste schakel in keten
6. Consument
7. Logistieke dienstverleners, mainports ((lucht)havens), greenports en brainports helpen bij
transport en opslag.
Supply chain suggereert dat het een aanleverketen is, PUSH. Maar de Demand Chain is waar de klant
centraal staat, de PULL.
Bedrijfskunde richt zich op de functionele integratie binnen bedrijven. SCM richt zich op de integratie
tussen bedrijven. Kenmerken van SCM:
Effectief en efficiënt bedienen van klant
Verschillende partijen in keten worden als eenheid beschouwd
Gebaseerd op vrijwillige samenwerking
Inkoopvisie gecombineerd met marketingvisie
Voorwaarden van SCM zijn dan ook: interne integratie, vertrouwen, klantgericht denken, benutten
van ICT en prestatiemeting.
Demand and Supply Chain management (DSCM) : 4? functionele gebieden;
1. Demand side: marketing aspecten
2. Supply side: inkoop en productie
3. Facilitaire functies: logistiek en informatietechnologie
ECR = Efficient Customer Response
Retailer gericht
Ketenomkering is eigenlijk een terugkoppeling. In plaats van distributie als verlengstuk van productie
(pijlen naar rechts) moet de productie als verlengstuk van distributie worden (pijlen naar links). De
consument wordt de dirigent van de keten.
Verschillende concurrentiestrategiën komen terug.
1. Treacy en Wiersema: operational excellence, product leadership of customer intimacy.
2. Porters Generieke concurrentiestrategie:
Twee soorten producten met verschillende behoeften, hiermee wordt de keteninrichting ook anders:
1. Functionele producten
Voorspellende marktvraag
Primaire behoefte
Lange levenscyclus
Lage marges
2. Innovatieve producten
Onvoorspelbare marktvraag
Secundaire behoefte
Korte levenscyclus
Hoge marges