Klinische psychologie, Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen (Hoofdstuk 15)

- Lichamelijke klachten die de betrokkene beperken
- Extreme gedachten, gevoelens of gedragingen die samenhangen met de lichamelijke klachten of met zorgen hierover, zoals: aanhoudende disproportionele ideeën over de ernst van de klachten, extreme, aanhoudende ongerustheid over de klachten (of gezondheid), extreem veel tijd en energie besteden aan de klachten of zorgen
- Het hebben van klachten is er continu, hoewel de specifieke klachten kunnen wisselen

Flip card

De prevalentie van de somatisch-symptoomstoornis is 5-7%. Vrouwen krijgen deze stoornis vaker dan mannen.

Flip card

- Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte
- Er zijn geen of slechts milde lichamelijke klachten. En als er sprake is van een somatische aandoening of aanleg hiervoor, dan is de preoccupatie
buitenproportioneel
- Veel angst en zorg over de eigen gezondheid
- Extreem gericht zijn op de controle van de gezondheid of op het vermijden van
ziekenhuizen en dergelijke
- De preoccupatie is minimaal 6 maanden aanwezig

Flip card

Datgene waar iemand zich mee bezighoudt.

Flip card

De prevalentie van de ziekteangststoornis ligt tussen de 1,3 en 10%. Hierbij is geen verschil tussen mannen en vrouwen.

Flip card