Use the 78 quiz questions to prepare yourself and test whether you know the subject matter.
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartIndeling plantenrijk (5)
- Wieren (algen)
- Mossen
- Paardenstaarten
- Varens
- Zaadplanten
input text value
Wieren (algen)
Hebben geen wortels, bladeren en stengels. Maken hun eigen voedsel d.m.v. fotosynthese.
Ze komen voor in het water. Eencellige wieren zijn algen. Meercellige wieren vormen lange draden of hebben een bladachtige vorm.
Verschillende soorten wieren: eencellige wieren, draadvormig wier (flap), kranswier (zoetwaterwier) en bruin blaaswier (zeewier).
input text value
Mossen
Zijn landplanten. Hebben geen vaatbundels en wortels. Ze hebben haartjes waarmee ze zich aan de bodem hechten. Via dunne blaadjes nemen ze regenwater op.
Voor voortplanting produceren ze sporendragers (of sporenkapsel). In de drager worden sporen gevormd. Deze bevatten geen embryonaal zaadje, maar genetische info. Tijdens een droge periode gaat de drager open en verspreiden de sporen zich.
input text value
Paardenstaarten
Ze hebben wortels en hun bladeren hebben een wasachtige laag die uitdroging tegengaat. De stengels bevatten vaatbundels. Houtachtig materiaal zorgt voor stevigheid. Hierdoor gaan de stengels ook de hoogte in.
VB= heermoes.
input text value
Varens
Groeien uit een wortelstok en hebben grote vedernervige bladeren. De bovengrondse stengel is vaak onopvallend. Aan de onderkant zijn de sporendragers. Als je aan varens schudt, komen de sporen als poeders naar beneden.
input text value
Zaadplanten
Hebben een uitgebreid wortelstelsel en vaatbundels die water en voedingsstoffen door de plant voeren. Ze zijn goed aangepast aan een droog landleven. De bladeren en stengels hebben een wasachtige laag waardoor uitdroging tegengegaan wordt. Ze kunnen het grootst worden, bv loof- en naaldbomen.
Ze planten zich voort d.m.v. zaden. Een zaad heeft een embryonaal plantje met voedsel voor de kiemperiode. Tijdens deze periode barst de zaadhuid open en ontwikkelt het embryonaal plantje zich voort tot kiemplantje met een wortel, stengel en bladeren.
input text value
Subgroepen zaadplanten
- Coniferen (naaktzadigen)
- Bloemplanten (bedektzadigen)
input text value
Coniferen (naaktzadigen)
Hebben geen bloemen en vruchten, maar schubben en kegels. De zaden hebben een extra vliesje, waardoor de wind ze beter kan verspreiden.
bv, dennenappel (naaldbomen)
input text value
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartDo you prefer to learn the quiz questions from paper? Then download the 78 questions as PDF.
Add to cartEarn money by making quiz questions and learn directly for your upcoming test.
Create quizKennen & kunnen Natuuronderwijs inzichtelijk Hoofdstuk 1 planten van de pabo.
78 questions
Nederlands
03-27-2024
HBO / Thomas More Hogeschool / Leraar Basisonderwijs / Natuur & techniek
Natuuronderwijs inzichtelijk - Carla Kersbergen, Amito Haarhuis
Ik ben 1e jaars pabo studente. Alle samenvattingen en oefenvragen heb ik zelf gemaakt! Hiermee heb ik al verschillende toetsen mee gehaald!