Use the 33 quiz questions to prepare yourself and test whether you know the subject matter.
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartWat betekent aanbod van arbeid?
Aanbod van arbeid betekent ( beroepsbevolking) Personen tussen de 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken. Zij bieden hun arbeid(skracht) aan op de arbeidsmarkt. Dit bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandigen en de geregistreerde werklozen.
input text value
Wat is een aanbodlijn?
De aanbodlijn geeft grafisch het verband weer tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid van dat goed.
input text value
Wat is de Aanbodlijn van arbeid?
De lijn die het verband weergeeft tussen het loon en het aantal mensen dat zich aanbiedt om te werken.
input text value
Wat is de abstracte markt?
Het geheel van vraag en aanbod van een product. Een abstracte markt kun je niet lijfelijk bezoeken.
input text value
Wat is arbeidsproductiviteit?
De productie per persoon per tijdseenheid (bijvoorbeeld per uur of per arbeidsjaar).
input text value
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartDo you prefer to learn the quiz questions from paper? Then download the 33 questions as PDF.
Add to cartEarn money by making quiz questions and learn directly for your upcoming test.
Create quizaanbod van arbeid
(= beroepsbevolking) Personen tussen de 15 en 75 jaar die willen en kunnen werken: zij bieden hun arbeid(skracht) aan op de arbeidsmarkt. Bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandigen en de geregistreerde werklozen.
aanbodlijn
De aanbodlijn geeft grafisch het verband weer tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid van dat goed. Deze aanbodlijn kan zowel het individuele als het collectieve aanbod weergeven. De lijn die het verband weergeeft tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid. Aanbodlijn van arbeid: De lijn die het verband weergeeft tussen het loon en het aantal mensen dat zich aanbiedt om te werken.
abstracte markt
Het geheel van vraag en aanbod van een product. Een abstracte markt kun je niet lijfelijk bezoeken.
arbeidsproductiviteit
De productie per persoon per tijdseenheid (bijvoorbeeld per uur of per arbeidsjaar).
beroepsbevolking
Alle personen tussen de 15 en 75 jaar die betaald werk kunnen en willen verrichten voor 1 of meer uur per week en daarvoor op korte termijn beschikbaar zijn. Bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandigen en de geregistreerde werklozen.
betalingsbereidheid
Het maximale bedrag dat je voor iets wilt betalen. Op de arbeidsmarkt: het maximale bedrag dat een werkgever aan loon wil betalen.
concrete markt
Een markt waar je heen kunt om te handelen, bijvoorbeeld vismarkt.
consument
Persoon die consumeert, dat wil zeggen goederen of diensten koopt zonder de intentie te hebben deze te verkopen of te verwerken voor de verkoop.
consumeren
Het kopen van goederen en diensten door gezinnen (particuliere consumptie) en overheid (overheidsconsumptie) om in bestaande behoeften te voorzien.
diensten
Niet-materiële (= onstoffelijke) goederen zoals een taxirit, een bezoek aan de huisarts, een toneelvoorstelling, enzovoorts.
evenwichtshoeveelheid
Het aantal producten dat bij de evenwichtsprijs wordt aangeboden en wordt gevraagd. De gevraagde hoeveelheid is dan gelijk aan de aangeboden hoeveelheid.
evenwichtsprijs
(= marktprijs) De prijs die tot stand komt op een markt als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
goederen
Materiële producten.
investeren
Het aanschaffen van kapitaalgoederen door een onderneming of bedrijf: het kopen van goederen of diensten om er verder mee te produceren.
leveringsbereidheid
De bereidheid van de aanbieder om bij een bepaalde prijs een bepaalde hoeveelheid te leveren.
luxe goederen
Niet levensnoodzakelijke goederen. Product waarvan de vraag meer dan evenredig toeneemt als je inkomen stijgt.
markt
(Concrete markt) Plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten. Abstracte markt: Het geheel van vraag en aanbod (naar en van een bepaald goed).
model
Een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, en beschrijft hierdoor slechts de samenhang tussen de belangrijkste (economische) grootheden.
primaire goederen
Goederen die noodzakelijk zijn om van te leven.
producent
Maker van goederen en diensten.
vacature
Onbezette arbeidsplaats waarvoor personeel wordt gezocht.
vraag naar arbeid
De totale vraag naar arbeidskrachten. De vraag naar arbeid bestaat uit de vraag naar werknemers, de vraag naar arbeidskracht van zelfstandigen en de vacatures.
vraaglijn
De lijn die het verband weergeeft tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.
werkgelegenheid
Het aantal feitelijk bezette banen in een land (arbeidsvolume). Het aantal personen dat een baan heeft. Bestaat uit mensen in loondienst (werknemers) en de zelfstandigen. De werkgelegenheid kan worden uitgedrukt in arbeidsjaren (voltijdbanen) en in personen.
werkloosheidspercentage
Werkloosheid uitgedrukt in een percentage van de beroepsbevolking.
werklozen
Personen van 15 tot 75 jaar zonder werk, die tenminste 1 uur per week willen werken en daarvoor beschikbaar zijn.
werknemer
Iemand in loondienst van bedrijf, organisatie, instelling of overheid. Werkt tegen betaling in dienst van een werkgever.
zelfstandigen
De werkenden die niet in loondienst zijn
Wat moet je kunnen?
rekenen met vraag- en aanbodvergelijkingen
het tekenen van vraag- en aanbodlijnen
de evenwichtssituatie op de markt zowel grafisch als rekenkundig bepalen
uitleggen hoe het prijsmechanisme voor marktevenwicht zorgt
het onderscheid maken tussen concrete- en abstracte markten
beredeneren wanneer een vraag- of aanbodlijn verschuift
vraag en aanbod beschrijven op de arbeidsmarkt
redeneren en rekenen met de samenhang tussen arbeidsproductiviteit, werkende beroepsbevolking en productiewaarde
het werkloosheidpercentage berekenen
de situatie van flexwerkers beschrijven
33 questions
Nederlands
22-02-2023