Studybot answer

Ask a question ›
 
Question asked by: kl2910 - 3 weeks ago

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: Samenvatting natuurwetenschappen

Plantaardige oorsprong voorbeelden

Dierlijke oorsprong voorbeelden

Brood

Kaas

Sla

Eieren

Frietjes

Melk

Appel

Mosselen



Voedingsstoffen

Nutrinten

Water

Water

Mineralen

Mineralen

Vetten

Vetzuur, glycerol

Eiwitten

Aminozuren

Vitaminen

Vitaminen

Suikers

Glucose

Voedingsstoffen worden gebruikt als?

Brandstof

Bouwstof

Beschermstof

Water, eiwitten, mineralen --> bouwstof (herstelt cellen en maakt nieuwe cellen)

Suikers, vetten --> brandstof (bewegen)

Vitaminen, mineralen --> beschermstof (weerstand, werking immuunsysteem en darmen)

Bevatten alle voedingsmiddelen hetzelfde? NEE

Wanneer eet je gezond? Als je gevarieerd eet en de juiste hoeveelheid van elke voedingsstof eet

Voedingsdriehoek:

Water beste, thee/ koffie zonder suiker goed bij afwisseling

Voedingsmiddelen plantaardige oorsprong, gunstig effect op gezondheid

Voedingsmiddelen dierlijke of plantaardige oorsprong, mogelijk ongunstig effect op gezondheid, bevatten nog wel nuttige voedingsstoffen

Voedingsmiddelen dierlijke oorsprong, gunstig, neutraal of onvoldoende bewezen effect op de gezondheid. Kies voor de weinig of niet-bewerkte variant.

Sterk bewerkte producten met veel toegevoegde suiker, vet en/of zout en met een aangetoond ongunstig gezondheidseffect. OVERBODIG, niet vaak + kleine porties.



Bewegingsdriehoek:

Bewegen matige intensiteit: min. 150min per week. Splits tijd op, bij voorkeur halfuurtje op vijf dagen (elke dag bewegen = beter). Halfuur mag je spreiden, bv. 3 keer 10 minuten

Bewegen hoge intensiteit: min. 75min per week. Verspreid je beweging, kan onderbroken en niet onderbroken zijn

Licht intensief bewegen: vaak genoeg rechtstaan, wandelen, licht huishoudelijk werk doen: alles waarbij je niet echt moe wordt, maar ook niet stilzit. Bij voorkeur de hele dag door.

Sedentair gedrag of lang stilzitten: slapen niet, fysiek en mentaal beter als we stilzitten regelmatig onderbreken

1) Speekselklier 2) Mond 3) Slokdarm 4) Lever 5) Maag 6) Galblaas 7) Twaalfvingerige darm 8) Alvleesklier 9) Dikke darm 10) Dunne darm 11) Blinde darm 12) Appendix 13) endeldarm 14) anus

Waarom is vertering nodig? Om grote voedingsdelen om te zetten in kleinere voedseldelen

Wat gebeurt er met voedingsmiddelen in je mond?

Bijten waardoor voedsel verkleind wordt (mechanisch verkleinen)

Het oppervlak waar het speeksel kan op inwerken vergroot

Wat is de functie van speeksel? Speeksel breekt zetmeelmoleculen af tot glucosemoleculen (dit start in de mond) (chemisch verkleinen/verteren)

Hoe kun je de voedselbrij doorslikken? De tong komt tegen het gehemelte waardoor het voedsel naar achter wordt geduwd. Door de druk van het voedsel wordt de huig omhooggeduwd en sluit de neusholte af. Door een opwaartse beweging van de tong komt de strotklep boven de opening van de luchtpijp die ze (deels) afsluit. Ten slotte schuift het voedsel over de luchtpijp in de slokdarm.

Hoe houd je je gebit gezond? Poets je mond na elke maaltijd als dat mogelijk is maar wacht minstens een half uur als je iets zuur hebt gegeten want dat maakt de buitenlaag van je tand zacht en wordt hij makkelijker beschadigt. Dat komt door dat een kleverige laag ontstaat die verzuren en tasten de tanden aan als het tandsteen wordt en kan zo ontstekingen of bloedingen veroorzaken.

Welke functie heeft de slokdarm? De slokdarm heeft als functie van de mond naar de maag te brengen, dat doet hij met de peristaltische beweging, dat zijn knijpbewegingen waarbij de spierlagen van de slokdarm afwisselend samentrekken en ontspannen.

Wat gebeurt er met de voedseldeeltjes in de maag? De binnenwand van de maag is bedekt een klierweefsel die met maagsap, een zuur sap, produceert. In de maag zitten maagwandspieren die constant samentrekken en terug ontspannen waardoor een knedende beweging ontstaat die maagzuur en voedseldeeltjes vermengd. Eiwitten verteerd door maagsap.

Wat gebeurt met de voedseldeeltjes in de dunne darm? 3 stoffen toegevoegd: alvleessap (productie: alvleesklier), galsap (productie: lever, opslag: galblaas), darmsap (productie: dunne darm) die stoffen gaan verteren tot nutrinten (zie begin) die door de wand van de dunne darm kunnen om in het bloed terecht te komen. In het lichaam dienen ze als brandstof voor chemische verbranding in cellen.

Soort sap

Orgaan sap

functie

maagsap

maag

Vertering eiwitten

galsap

Lever, opslag galblaas

Kleinere stukken verdelen (geen vertering)

alvleessap

alvleesklier

Vertering vetten en eiwitten

darmsap

Dunne darm

Vertering eiwitten en zetmeel

Wat is absorptie? Het proces waarbij nutrinten uit de dunne darm worden opgenomen in het bloed.

Wat gebeurt er met niet-verteerbare voedseldeeltjes? Voorbeeld niet-verteerbaal voedseldeeltje: vezels, nodig voor goede werking van de darmen.

Worden naar dikke darm gevoerd waar de wand vocht uit die voedselresten ophaalt en ontstaan vaste uitwerpselen (kaka) die langs de aarsopening uit het lichaam worden verwijderd.

1) het hart (geen deel van het ademhalingsstelsel) 2) luchtpijp 3) kraakbeenringen 4) long 5) luchtpijptakken 6) longvlies 7) pleuravocht 8) borstvlies 9) middenrif 10) tussenribspier 11) ribben 12) longtak --> longtakjes 13) longtrechter 14) longblaasje 15) haarvaatjes (geen deel van het ademhalingsstelsel)

Mondademhaling of neusademhaling? Neusademhaling omdat:

voordeel

aanpassing

Gefilterd en gezuiverd

Neusholte is bedekt met kleverig slijmvlies en trilhaartjes (werken als borstels)

bevochtigd

Langere ademweg bedekt met vochtig neusslijmvlies

verwarmd

In neusschelpen zitten slijmcellen (constante temperatuur 37C)

Hoe gaat de lucht verder vanaf onze neusholte? Lucht gaat door de luchtpijp, strotklep voorkomt verslikking

Hoe ziet de luchtpijp en zijn vertakkingen er uit? Opbouw: luchtpijp --> luchtpijptakken --> longtakken --> longtakjes --> longtrechtertjes

Hoefijzervormige kraakbenen: versterking, open achteraan: luchtpijp veranderen van vorm als we voedsel doorslikken

Trilharen zorgen dat onzuiverheden afgevoerd via mond

Wat is kenmerkend aan onze longen? Roze (aanwezigheid bloed), tussen borst- en longvlies zit pleuravocht --> niet schuren tijdens ademhalen, 2 longen (linkerlong 2 longkwabben, rechterlong 3 longkwabben, doordat hart links zit)

Hoe gebeurt de gaswisseling in onze longen? Tussen longblaasjes en haarvaten

Inademen: zuurstofgas van longblaasjes --> bloed

Uitademen: koolstofdioxide van bloed --> longblaasjes

Hoe verlopen de ademhalingsbewegingen?

Inademen longinhoud groter, buitenste tussenribspieren trekken omhoog en naar voren, middenrifspieren trekken middenrif vlak

Inademen longinhoud kleiner, ribben zakken naar beneden, middenrif neemt bolle vorm aan





verbranding

ademhaling

Er ontstaat

Waterdamp

Koolstofdioxide

warmte

Waterdamp

Koolstofdioxide

warmte

Er wordt verbruikt

zuurstofgas

zuurstofgas





Ingeademde lucht

Uitgeademde lucht

stikstofgas

78%

78%

zuurstofgas

20%

17%

koolstofdioxide

0,03%

4%

waterdamp

minder

meer

Uitgeademde lucht bevat meer koolstofdioxide en waterdamp maar minder zuurstofgas

Er is gaswisseling in de longblaasjes

Wat doet roken met de longen?

Teer-, roet- en stofdeeltjes kunnen doordringen tot in longblaasjes, kleuren longen zwart, stoffen kunnen kern van cellen zo veranderen dat ze ongeremd gaan delen, zo ontstaat longkanker



bestandsdeel

kenmerken

afbeelding

Witte bloedcellen

Bolvormig

Duidelijke kern

Kleurloos

Kleinste hoeveelheid

Grootste formaat



Rode bloedcellen

Rond schijfje

In het midden dunner dan aan de rand

Geen celkern

Rode kleur door hemoglobine

Grootste hoeveelheid

Middelmatig formaat



bloedplaatjes

Onregelmatige vorm

Stukje van een grote cel

Middelmatige hoeveelheid

Kleinste formaat



Welke delen van het bloed kunnen we herkennen? Rode en soms witte bloedcellen

Onderdeel

Functie

Bloedplasma

Stelpen van bloedingen

Fibrogeen komt in aanraking met lucht of oneffen oppervlak --> fibrogeendraden

Transport

Voedingsstoffen

Afvalstoffen

Hormonen

beschermstoffen

Rode bloedcellen

Transport zuurstofgas

Witte bloedcellen

Omsluiten en verteren van bacterin (celvraat)

Lichaam beschermen met antistoffen

Bloedplaatjes

Korst vormen op wonde

Uitlokken reactie fibrine --> fibrinedraden



1. rechterboezem

7. aorta

2. rechterkamer

8. bovenste holle ader

3. linkerboezem

9. onderste holle ader

4. linkerkamer

10.longslagaders

5. klepvliezen

11.longaders

6. halvemaanvormige kleppen

12.kamertussenschot



Fase 1

Fase 2

Fase 3

Boezems en kamers zijn ontspannen

Samentrekken van de boezems

Samentrekken van de kamers

--> bloed stroomt

Van aders

Naar de boezem

--> bloed stroomt

Van de boezems

Naar de kamers

--> bloed stroomt

Van de kamers

Naar de slagaders

Welke bloedvaten bestaan er en wat is hun functie?

Soort bloedvat

slagaders

aders

haarvaten

Waar

Vervoert bloed weg van het hart

Vervoert bloed weg naar het hart



Zuurstofrijk, zuurstofarm

Zuurstofrijk behalve longslagader

(Helderrood bloed)

Zuurstofarm behalve longader

(Donker rood bloed)



extra

Heeft elastische bindweefsel

Heeft stevig bindweefsel

Bloedvat van gaswisseling

Wisseling van

Zuurstofgas

Koolstofdioxide

Voedingsstoffen

Afvalstoffen

Maar 1 laag cellen

Slagaders en aders hebben spierweefsels

Halvemaanvormige kleppen en klepvliezen zorgen ervoor dat bloed in slechts 1 zin stroomt

1) linkerboezem 2) linkerkamer 3) rechterboezem 4) rechterkamer 5) aorta 6) halsslagader 7) leverslagader 8) darmslagader 9) nierslagader 10) poortader 11) haarvaten van de bovenste lichaamsdelen 12) leverhaarvaten 13) darmhaarvaten 14) nierhaarvaten 15) haarvaten van de onderste lichaamsdelen 16) onderste holle ader 17) bovenste holle ader 18) nierader 19) leverader 20) longslagader 21) longhaarvaten 22) longader

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

Rechter kamer

Linker kamer

Longslagader

aorta

longen

slagaders

longader

organen

Linker boezem

aders



Onderste of bovenste holle ader



Rechter boezem

Voorstelling:

Zuurstofarm bloed: blauw

Zuurstofrijk bloed: rood







Gesloten bloedsomloop

Open bloedsomloop

voorbeeld

De mens

spin

uitleg

Bloed gaat door bloedvaten door het lichaam met een hogere bloeddruk waardoor het sneller is en er zijn wel (slag)aders maar minder bloed

Al het bloed wordt in open holtes gepompt en daarom hebben ze een lage bloeddruk, ze hebben geen (slag)aders maar hebben meer bloed

Uitscheiding afscheiding of ontlasting, want de stoffen zijn niet langs cellen gepasseerd, als reststof in de dikke darm en worden via aars verwijderd.

Delen van het uitscheidingsstelsel

Longen

Koolstofdioxide en waterdamp

1

huid

zweet

2

nier

urine

3

lever

Gifstoffen verwijderd en samenstelling bloed regelen

4



Welke lichaamsdelen zijn belangrijk voor de werking van de nieren?

Aders (bloedtoevoer met stoffen)

Slagaders

Nier

Urineleider

Urinebuis

Blaas

Welke stoffen worden er vooral via de stofwisseling in de cellen uitgescheiden?

Urine = excretieproduct , naam te danken aan ureum

De meest voorkomenden zijn zout, ureum en ammoniak

Hoe zijn de nieren aangepast voor de vorming van urine?

Je bloed wordt gezuiverd en de afvalstoffen verlaten het lichaam via urine

A. Aorta a. nierslagader B. onderste holle ader b. nierader C. linkernier D. rechternier E. urineleider F. blaas G. urineblaas

1. niervlies 2. nierschors 3. niermerg 4. nierbekken 5. nierkelken 6. nierslagader 7. nierader 8. urineleider



De longen hebben als functie het uitademen van koolstofdioxide en waterdamp.





Uit welke delen bestaat onze huid?

1. zweetporie 2. zweetklier 3. haarzakje 4. opperhuid 5. lederhuid

Zweten zorgt voor afscheiding afvalstoffen en in stand houden van lichaamstemperatuur

De oorzaak van zweten kan ook

Spanning (angstzweet)

Hormonen (bv. Puberteit)

1. Aorta 2. onderste holle ader 3. Leverslagader 4. Poortader 5. Galblaas 6. Galkanaal 7. Linkerkwab 8. Rechterkwab











Welke functies heeft onze lever?

Stofwisseling/metabolisme

Voedingsstoffen -->ingewikkeld proces --> lichaamseigen stoffen (eiwitten, vetten, koolhydraten)

Galproductie

Productie warmte

Opslag

Energiereserves

Bouwstoffen

Mineralen

Vitaminen

Ontgiftende werking

Zet voedingsstoffen ook om in gifstoffen --> lever maakt ze onschadelijk

Afgevoerd via urine of ontlasting

Primaire vs secundaire geslachtskenmerken

Primaire geslachtskenmerken heb je bij je geboorte

Secundaire krijg je tijdens de puberteit



Periode waarin een jongere lichamelijk als geestelijk ontwikkelt (invloed geslachtshormonen)

Pubertijd

1. voorhuid 2. zwellichaampjes 3. zaadblaasjes 4. balzak 5. teelbal 6. penis 7. urinebuis 8. urineblaas 9. eikel 10. Prostaatklier 11. Zaadleider 12. Bijbal



______________________staart_____________________________/middenstuk/__kop____/Waarom is het belangrijk dat de balzak buiten het lichaam is?

Temperatuur lichaam te hoog voor zaadcellen aan te maken

Wat zit er in de balzak?

Teelballen, bijballen

Waar worden de zaadcellen gemaakt en waar bewaard?

Gemaakt: teelballen, tijdelijk bewaard: bijballen

Sperma bestaat uit?

Witte, slijmerige vloeistof + miljoenen zaadcellen

Wat is de rol van zaadblaasje?

Geven vocht mee met zaadcellen, zaadcellen winnen kracht

Welke dubbele taak heeft de prostaatklier?

Prostaatklier zorgt ervoor dat ofwel urine ofwel sperma door urinebuis komt, niet beide



Waarvoor dienen zwellichaampjes in de penis?

Zorgen dat de penis kan opstaan

Wat is het nut van de voorhuid

Beschermt de eikel

Deel zaadcel

functie

kop

Bezit erfelijk materiaal

middenstuk

Motor die energie geeft aan de staart

staart

Voortbewegen

1. baarmoeder 2. Baarmoederhals 3. baarmoederwand 4. clitoris 5. eierstok 6. eileider 7. endeldarm 8. grote schaamlippen 9. kleine schaamlippen 10. Schede 11. Urineblaas 12. Urinebuis

Wat is de eisprong?

Rijp ei die uit 1 van de 2 eierstokken vrijkomt





Andere naam voor eisprong

Ovulatie

Hoe raakt eicel (kan niet zelf bewegen) in baarmoeder

Eicel wordt door trilharen in eileider naar baarmoeder gestuurd

Voorbereiding baarmoeder op komst eicel

Baarmoeder legt dikke laag slijmvlies aan voor innesteling ei

Wat zijn maandstonden

Onbevruchte eicel sterft na 1 dag en wordt samen met bloed en resten het baarmoederslijmvlies uitgedreven langs de schede

Andere naam voor maandstonden

Menstruatie, regels

Hoelang duren maandstonden gemiddeld

5 dagen

Waarom spreekt men van een menstruatiecyclus

Regelmatig gebeuren, gemiddeld 28 dagen

Verschil maandverband en tampon

Tampon enkel als je menstrueert + inbrengen, maandverband = uitwendig gebruik

Voortplanting vrouw wordt geregeld door

Volledig door hormonen

Tussen welke twee gebeurtenissen rijpt elke - 28 dagen een eicel

Puberteit tot menopauze

Tijdens menstruatiecyclus verandering zichtbaar in

Baarmoeder en eierstok

Kernmomenten

Ovulatie of eisprong (dag 14), moment van vruchtbaarheid

Wat is er aan het einde van de cyclus

Bloeding (maandstonden)













zaadcellen

eicellen

aantal

100 000 000 per zaadlozing (veel)

1 per maand (weinig)

grootte

0.05 mm (heel klein)

0.1 mm (klein maar groot ten opzicht van zaadcellen)

vorm

kikkervisje

rond

beweeglijkheid

Kunnen bewegen

onbeweeglijk

levensduur

3 dagen

1 dag

Bewaard in

bijbal

Eierstok

Als man seksueel geprikkeld wordt dan vullen zwellichaampjes in penis met extra hoeveelheid bloed, penis stijf (erectie), penis klaar om in vagina gebracht te worden en zaadcellen in lichaam vrouw te brengen, dit is geslachtsgemeenschap of cotus, elke zaadlozing - 300 miljoen zaadcellen komen vrij

Zaadcellen zwemmen naar eicel, die tijdens eisprong vrijgekomen was, en vinden weg doordat eileider + baarmoederslijmvlies scheikundige aantrekkingsstoffen afscheiden

Eerste zaadcel die eicel ontmoet, dringt door met kopje binnen in eicel, staart valt af, celwand van eicel wordt ondoorlaatbaar, zodat geen andere zaadcellen binnendringen

Bevruchting, kernplasma zaadcel versmelt

Bevruchting moet bovenste gedeelte eileider gebeuren, anders sterft eicel af



Wat gebeurt onmiddellijk na bevruchting bevruchte eicel

Celwand wordt ondoorlaatbaar, kernplasma versmelt met zaadcel

Hoe wordt de bevruchte eicel naar de baarmoeder gebracht en wat gebeurt er daarna?

Transport --> baarmoeder

Trilhaartjes op eileiderwand brengt bevrucht eicel naar baarmoeder, in - 4 dagen

Celdeling en rangschikking

Cellen delen voortdurend, rangschikken is specifiek groeipatroon

Ontstaan placenta of moederkoek

Microscopische kleine vertakkingen in baarmoederslijmvlies

Ontstaat verbinding met bloedvaten van de baarmoederrand

Hieruit ontstaat moederkoek

Zorgt later voor voedsel

Ontstaan embryo

Uit tweede reeks cellen ontstaat embryo, waaruit baby verder zal groeien

Vorming vruchtzak

Een vlezige zak rond embryo ontstaat (derde reeks cellen)

Vruchtzak, gevuld met vruchtwater

Baby beschermd tegen schokken

Verschik foetus en embryo

Foetus duidelijk menselijk lichaam (vorm), embryo nog niet

1. placenta (= moederkoek) 2. Vruchtwater 3. vruchtzak 4. vagina (=schede) 5. navelstreng 6. foetus 7. baarmoeder

Waarom is het belangrijk dat de embryo in een vruchtzak met water zit?

Voor bescherming tegen schokken van buitenaf

Waarvoor dient de navelstreng?

Voedingsstoffen en zuurstofgas aangevoerd, afvalstoffen en koolstofdioxide afgevoerd

Wanneer spreekt men over een foetus?

Eenmaal een duidelijke menselijke vorm te zien is

Wat is echografie

Men kan beeld krijgen van foetus

Hoe werkt echografie

Via golven die via een sonate worden verstuurd naar foetus, en vervolgens worden teruggekaatst

Oorzaken miskraam of spontane abortus

Stoornis in ontwikkeling bevruchte eicel

Stoornis in vorming van moederkoek

Bepaalde infectieziekte

Hoge koorts bij moeder

Ongelukkige val moeder

Hoe ontstaan meerlingen

Een-eigen meerling

Twee-eigen meerling

Groeit uit 1 eicel en heeft zich opgesplitst in 2 dochtercellen, uit beide groeit een kindje

Twee eicellen op hetzelfde moment bevrucht

Zygote bevat erfelijk materiaal van

Beide ouders

Voorbehoed-middel

gebruik

Hoe voorkomt zwangerschap

Betrouwbaar-heid

Beschermt tegen soas?

anticonceptiepilcombinatiepil

Iedere dag op juiste moment nemen

Geeft hormonen af waardoor geen eisprong plaatsvind

Zeer betrouwbaar

Nee

Hormoon-spiraaltje

Door arts in baarmoeder laten plaatsen

Belet innerteling van bevruchte eicel in de baarmoeder-wand

Hoogst betrouwbaar

Nee

condoom

Voor penetratie over penis in erectie doen

Vangt zaadcellen op tijdens orgasme van de man

Erg betrouwbaar, zeker in combinatie met een zaaddodende uime

Ja, tegen hiv

anticonceptiering

Zo ver mogelijk plaatsen zodat deze de baarmoeder afsluit

Bevat hormonen die worden afgegeven waardoor er geen eisprong is

voldoende

Nee

Drie voorbeelden van SOAs

Gonorroe

Syfilis

Aids

Hoe krijg je een SOA?

Via seksueel contact met besmette persoon

Gemeenschappelijke tandenborstel risicovol?

Nee, behalve voor AIDS door bloed



Sociaal contact zoals knuffelen, masseren, zonder contact met lichaamsvochten

Nee

Hoe kun je je beschermen tegen SOAs?

Je persoonlijk beschermen, seksuele partners informeren

Hoe verloopt het proces van de geboorte en wat gebeurt er daarna?

Begin van de geboorte

Samentrekken van de spieren van de baarmoeder, de ween

Opent weg voor baby

Vruchtzak en vruchtwater

Vruchtzak scheurt na enige tijd open en vloeit weg

Wordt voorgeboorte genoemd

Uitdrijving van de baby

Sterkere samentrekking van de baarmoederspieren

Baby wordt naar buiten geperst

Eerst het hoofd, de schouders en romp volgen

Navelstreng

Direct na de geboorte wordt de navelstreng afgebonden en doorgeknipt door dokter of vroedvrouw

Baby ademt eerste keer zelfstandig, baby krijst luid

Nageboorte

- 15 minuten later worden door baarmoedersamentrekkingen de navelstreng, de placenta en de vruchtzak uitgesloten

Melkproductie

De eerste dag na de geboorte begint melkproductie in borsten

Melkklieren produceren moedermelk

Moedermelk bevat alle nodige voedingsstoffen en afweerstoffen

Moeder kan haar baby voeden

Gonorroe of druiper (SOA)

Meest voorkomende SOA, 1/1000 mensen met gonorroe beland in het ziekenhuis

Het is een bacterile SOA

Symptomen

Jeukend en brandend gevoel bij plassen

Melkachtige, later etterachtige vloeistof, die geelgroene vlekken achterlaat in ondergoed, druipt in urinebuis, reden andere naam: druiper

Behandeling

Eerste kentekenen: behandeling door dokter met antibiotica

Late behandeling: aanleiding aantasten geslachtsorganen, onvruchtbaarheid tot gevolg



Biotoopstudie

Wat is een biotoop?

Een gebied of territorium met een bepaald kenmerk of kenmerken waar dieren en planten leven en voortplanten

Geef voorbeelden van biotopen

Een poel, een grasland, een bos, een ruigte

De abiotische factoren benvloeden het voorkomen van planten en dieren benvloeden

Weinig begroeiing tredplanten, veel mossen, dieren met een goed ontwikkeld gehoor

Verschillen abiotische factoren tussen open plek en bos

Abiotische factoren

In het bos

Op een open plek

lichtsterkte

kleiner

groter

temperatuur

lager

hoger

vochtigheid

vochtiger

droger

windsterkte

kleiner

groter

geluidssterkte

kleiner

groter

Planten en dieren in een loofbos

planten

dieren

zomereik

eekhoorn

Ruwe eik

hert

Ruwe iep

konijn

Hoe komt het dat we daar specifieke planten en dieren aantreffen

De dieren en planten zijn aangepast om in die gebieden te kunnen leven en het is moeilijk om je opnieuw aan te passen waardoor ze in het bos blijven.

Welke aanpassing heeft klimop om zich aan bomen te kunnen hechten?

Een manier gevonden om zijn wortels boven de grond te laten uitkomen waardoor ze zich rond de boom kunnen hechten.

Welke aanpassing heeft braam zodat dieren de bessen niet opeten?

De stengels zijn begroeid met stekels zodat als een dier een poging doet een braam te eten, hij zich meestal zal verwonden.

Welke grote dieren vind je in een loofbos?

Voorbeelden van grote dieren zijn herten, zwijnen en wolven.







Van welke dieren vind je sporen in het bos?

spoor

Dier dat het spoor veroorzaakt heeft

Pootafdrukken

Konijnen, wolven, vossen, enz.

vraatsporen

spechten

uitwerpselen

Bijna alle dieren

Welke kleine dieren vind je in het bos?

Kleine dieren in een bos zijn bijvoorbeeld mieren en spinnen.

Relaties tussen dieren in het bos

beschermingsrelatie

Een organisme gebruikt een ander organisme om zichzelf of zijn nest te verbergen

voedselrelatie

Een organisme voedt zich met andere organismen of delen van andere organismen

steunrelatie

Een plant hecht zich vast aan een andere plant om hogerop te raken en zo meer licht op te kunnen vangen

Voedselketen voorbeeld

Sla (producent) --> rups (consument eerste order) --> kikker (consument tweede order) --> uil (predator)

producent

Een levend wezen dat bladgroenkorrels bezit en zelf energierijke stoffen en bouwstoffen maakt

consument

Een levend wezen dat zich met levende planten en dieren voedt en daaruit energierijke stoffen en bouwstoffen haalt

reducent

Een levend wezen dat organische stoffen afbreekt, daaruit zelf energierijke stoffen en bouwstoffen verbruikt en de resterende mineralen aan het bodemwater afgeeft.

Waarom noemen we groene planten producenten?

Omdat producenten bladgroenkorrels bezitten omdat ze aan fotosynthese moeten kunnen doen en glucose produceren, die glucose is heel belangrijk

Carnivoren, omnivoren en herbivoren voorbeelden

herbivoren

carnivoren

omnivoren

zebra

leeuw

Bruine beer

giraf

tijger

wasbeer







Nut reducent en detrivoor

Het nut van een reducent is om terug vruchtbare grond te krijgen met de mineralen dat hij afgeeft. De detrivoor zorgt ervoor dat er geen afval het afgeven van de mineralen verstoort.

Wat neemt het organisme op van het andere?

Consumenten nemen energierijke stoffen en bouwstoffen op uit producenten, reducenten nemen energierijke stoffen en bouwstoffen op uit consumenten, producenten nemen mineralen en water op van reducenten

Voedselpiramide

Je hebt meerdere grassprietjes nodig om 1 koe te voeden, dit is waarom de voedsel piramide bestaat, vanonder het wezen dat in het meeste aantal nodig is en zo omhoog tot je aan het wezen komt die het minste aantal voorkomt

Voorbeeld:

Verklaar biodiversiteit

Biodiversiteit zijn alle planten, dieren en schimmels die in de natuur rond ons heen zijn.

Wat is natuurlijke selectie

Als een dier een afwijking heeft, maar het hem makkelijker maakt om te overleven, zal zich voortplanten en op een moment gaat die soort meer voorkomen en sterft de oude uit.

Voorbeeld natuurlijke selectie

Als er giraffen waren met een korte nek, zouden ze uitsterven omdat ze veel meer moeite moeten doen om aan hun voedselbron, blaadjes aan een boom, te raken want degene met de lange nekken zullen het veel sneller en gemakkelijker opeten.









Invloeden van de mens op het bos

voorbeeld

Positief of negatief

Maaien van de graskant

positief

ecoducten

positief

natuurreservaten

positief

Uitlaatgassen (van autos)

negatief

Watervervuiling door afvalwater

negatief

. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 30.

Answer generated by AI Report answer

Ask a study question and we will try to answer it as best we can.

Ask a question
 
Log in via e-mail
New password
Subscribe via e-mail
Shopping Cart

Deal: get 10% off when you purchase 3 or more items!

Deal: get 10% off when you purchase 3 or more items!

[Inviter] gives you € 2.50 to purchase summaries

At Knoowy you buy and sell the best studies documents directly from students. <br> Upload at least one item, please help other students and get € 2.50 credit.

Register now and claim your credit