Use the 88 quiz questions to prepare yourself and test whether you know the subject matter.
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartWe spreken van obstipatie bij een defecatiefrequentie van minder dan ... keer per week.
Waarom is het bij acute diarree niet verstandig om diarreeremmers te gebruiken?
De veroorzaker van acute diarree (soms een bacterie of parasiet) moet juist via de ontlasting de darm verlaten.
input text value
Wat gebeurt er bij secretoire diarree?
Er vindt een verhoogde secretie van water en elektrolyten in de darm plaats.
input text value
Mw. Vergeer meldt zich via DTD aan bij jou op het spreekuur. Ze geeft aan al meer dan 6 maanden last te hebben van verstopping. De ontlasting valt onder type 1 bristol stool chart. Meerdere keren merkt mw. dat er slijm en bloed bij de ontlasting zit.
Wat is jouw oordeel? Kies uit: pluis, pluis maar of niet pluis.
Niet pluis, er is sprake van een rode vlag (bloed bij de ontlasting). Mw. moet eerst langs de huisarts voor nader onderzoek.
input text value
Een cliënt komt op jouw spreekuur en heeft last van diarreeklachten. Zij heeft het volgende dagmenu;
O: 2 lichtbruin brood met halvarine en chocoladepasta, 1 glas yoghurtdrank
T1: Appel of banaan
L: 4 lichtbruin brood met 30+ kaas, glas melk
T2: Cracker met pindakaas
WM; witte rijst met wokgroenten en teriyakisaus
T3: schaaltje magere yoghurt
Wat is het meest passende dieetadvies voor deze cliënt met diarreeklachten?
A. Minimaal 2 stuks fruit nemen, zuivel ophogen naar minimaal 3 porties per dag
B. Vervang brood door volkorenbrood, en neem minimaal 12 glazen drinkvocht per dag
C. Neem een glas water of koffie op de nuchtere maag, magere yoghurt vervangen door volle yoghurt
Antwoord B is juist. Hiermee worden de voedingsvezels en vocht het meest opgehoogd.
input text value
Bij welk type obstipatie zijn patiënten vaak het meest gebaat bij een vezelverrijking?
Om chronische obstipatie goed te kunnen definiëren worden de Rome III-criteria gebruikt, waarbij minimaal twee van de klachten daar omschreven klachten aanwezig moeten zijn gedurende minimaal drie maanden. Welke twee klachten zouden hier onder vallen?
A. Een ontlastingsgewicht van minder dan 100 gram per dag; Buikpijn
B. Gevoel van incomplete evacuatie; manuele faecesverwijdering noodzakelijk
C. Flatulentie; opgezette buik.
Welke medicatie is bij chronische obstipatie het meest voor de hand liggend als een vezelverrijking met extra intake van vocht geen effect heeft?
In eerste instantie bulkvormers. Daarna kan overgestapt worden op macrogolpreparaten, gevolgd door lactulose.
input text value
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartDo you prefer to learn the quiz questions from paper? Then download the 88 questions as PDF.
Add to cartEarn money by making quiz questions and learn directly for your upcoming test.
Create quizDe gemaakte oefenvragen zijn gebaseerd op de lesstof van het vak dietistisch handelen in semester 3, jaar 2. De vragen hebben betrekking tot de volgende onderwerpen:
- IBS, diarree en obstipatie
- IBD, ziekte van crohn en colitis ulcerosa
- maag-, gal-, lever- en pancreasaandoeningen
- probiotica en prebiotica
- voedselovergevoeligheid, intolerantie, allergie en aversie
- dieetbehandeling bij allergieën
- lactose-intolerantie
- coeliakie
Deze oefenvragen zijn opgesteld in 2022.
88 questions
Nederlands
02-02-2022
HBO / De Haagse Hogeschool / Voeding en Diëtetiek / Dietistisch Handelen
Voeding en Diëtetiek: Dietistisch Handelen Jaar 2, Semester 3
Als Bachelor of Science Voeding & Diëtetiek maakte ik altijd samenvattingen over de lesstof en de literatuur. Ik zorg dat ik de belangrijkste elementen verwerk in de samenvattingen en jij, net zoals ik en andere studenten die deze samenvatting gekocht hadden, een ruimvoldoende kan halen! Ook mijn samenvattingen van 5 Havo zijn te vinden, waarmee ik geslaagd ben voor de eindexamens in 2018. Zoek je iets wat er niet tussen staat? Stuur me gerust een mailtje op: [email protected]